HL Deeze, Afrlkaanfch leggend Clinopodium by
^ den zelfden P l u k e n e t getyteld,is niettemin
Hoofd- een Heeftertje, dat uit een blyvende Houtige
• t u k . Wortel maar veele Stengetjes van een Span
lan§» die naauwlyks getakt zyn, uitgeeft, met
fmalle Lancetvormige gehaairde Blaadjes en
ongedeelde Oxelbloemen; de Kelken in vieren
gedeeld hebbende , met vier Meeldraadjes.
Vrouwelyke Bloemen waren van deeze niet gezien.
S T I L B E .
De Kenmerken van dit nieuwe Geflagt zyn :
fommige Gewasfen Tweejlagtig, hebben een
uitwendigen Kelk die driebladig is, een inwen-
digen die vyftandig is en Kraakbeenig: een
Trechterswyze vyfdeelige Bloem , met vier
Meeldraadjes en een enkel Zaad, dat in de inwendige
Kelk als in een Huikje zit. Anderen
zyn Mannelyk, hebbende geen ïnwendigen Kelk
en geene Vrugt.
Twee Soorten, beiden ook van de Kaap af-
komftig, komen ’erin voor, naamelyk. i.
i. (i) Stilbe met ruige Aairen en zes fmalle
'rO S L Blaadjes.
Pynboom- Door
bladige,
( i ) Stilbe Spicis hirfutis, Fol. ftnis linearibus. Syst. Nat.
Vtg. XIII. Gen. 13315. p. yy%. Stilbe yestita. Brbg. Cap. p.
30. T, IV, f. 6. Se lag® Pinaftra Sp. Plant. 83$. Valerianella
Africana Fruticans Fol, longis et angustisfimis. COMM. Hert.
II. p. zi9 . T. iio.
Door den Heer B e r g i u s is een Kaapfch HL
Gewas in Afbeelding gebragt onder den naam xjaf*
van Stilbe veftita, ’t welk de Ridder tot deeze Hoofd-
Soort t’huis brengt. Ook betrekt zyn Ed. daar ^TüK:•
toe het gene te vooren door hem genoemd was
Selago Pinaftra, als in Loof en Geftalte naar
den Pynboom gelykende , welke zou zyn de
Afrikaanfe Heef ter achtige Halerianelle van G o m -
m e l y n , in de Amfterdamfe Tuin befchree-
ven. ’t Schynt my nogthans toe , dat ’er een
aanmerkelyk verfchil plaats heeft in deeze Hee-
ftertjes, en, dat de Blaadjes by zesfen gekranst
zouden voortkomen, kan ik in geen van beide
de Afbeeldingen beipeuren, veel min, dat de
Aairen ruig zyn. De Bloempjes zyn wederzyds
gewold en het groeit aan Beekjes, zegtLiNNiEus.
(2) Stilbe met gladde Aairen en Lancetvormige ir.
Blaadjes by vieren geplaatst. Erkoflt
Heyach-
Deeze Soort heeft de Geftalte van de voor-*16**
gaande, doch is in alle opzigten kleiner. Z y
heeft viervoudige, langwerpig Eyronde, gladde
fpitfe Blaadjes, die klein zyn en byna Schubs-
wyze op elkander leggen. De Bloemen zyn aan
’t end vergaard in een Eyrond Hoofdje, dat,
als ’c Gewas gebloeid h e e ft, uitgroeit en het
Takje verlangt j zo dat de Vrugtjes op zyde komen.
(1) Stilbe Spicis Ixvibas Fol. quaternis Lanceolatis. Mant,
305, Sclago Eiicoides. Mant. 87.
G g %
II. Dtn. VI. Stuk«