III. door beftryking Afgang te verwekken , van
veiliger gebriiik.
H oofd- G r im m i u s z e g t’, dat de Gram Tiglia
stuk* van Boomen komen, die menigvuldig groei jen
Snava.Van^y Colombo op Ceilon , wordende Gajapala
genoemd aan de Kust van Malabar. Hy merkt
aan, dat binnen in de Pitten zeker Vliesje
zit , ’t welk men ’er uit moet neemen, om
dezelven veiliger te kunnen laaten gebruiken.
Voorts twyfelt men niet, o f het is dit Gewas,
waar van het Hout van Panava komt, dat van
ouds beroemd is , wegens zyne Purgeerende
kragt, zullende, naar alle gedagten, de bovengemelde
Wortel zyn- Het voert den naam
van Lignum Moluccenfe by A co s t a , en heeft
den anderen van ’t Maleitfch woord Pana war,
’t welk allerleykragtige middelen aanduidt Sommigen
, nogthans, fchryven Lignum de Pavancu
In Europa is hetzelve naauwlyks bekend.
xit. ( i» ) Croton met Eyronde gladde Bladen ,
luudZm" geaairde Bloemen,, die veeldeelige Stylen
GiadMa- hebben, welke neer gedrukt ruigachtig
zyn: de Steng Heeft er achtig*
Dee-
(11) Crottn Fol. ovatis glabris, Flor, fpicatis, Stylismulti-
fidls depreslo - pubescentibus, frutescens. Syst. N*t. XII, XIII.
depiesfo- patentibus. I.oetl. It. 234. Mant. 407. Croton
Fol. ovatis glabris, Ramis nudis, Racemis fpicatis. Bebg,
Phil. TranfaB. VoL. LVIII» p. 132. T. 7. Croton Fol. fub*
fcrratis glabris oppofitis fubtetminalibus Articuloium. Am,
Aead. V. p. 410, Croton ereftum glabrunt öcc, Brown.
347.
Deeze Westindifche o f Amerikaanfche gëlykt Ilf:
Veel naar de voorgaande^ maar de Bladen zyn Al'£IFxEL*
gepaard, minder getand, ën in ’t geheel niet Hoofd-
geribd; De Mannetjes - Bloemen hebben denSTÜK* '
Kelk tienbladig, Schubachtig bekleed, van b \ t - ^ ”aie i
nen ruig : den Kelk der Vrouwelyken vyfbla-
dig; het Vrugtbeginzel ruig, met drie Stylen,
die in zesfen gedeeld zyn, gekroond. Een fraai je
Afbeelding en befchryving daar van , door den
^Sweedfehen Hoogleeraar B e r g i u s , is in dè
Verhandelingen der Köninglyke Sociëteit van
Londen , op ’t jaar 1758, aan ’t licht gebragt.
(13) Croton met Eyronde , Wollige, Zaag- xiil*
tandige, gefteelde Bladen, en Wollige Kei- ^cdft
ken.
De eigenfehap van een Soort van Gom Lak
te draagen, die.zig als een Knop aan den óir-
iprong der Takken en in de Oxels der Bladen vertoont,
ge'eft den bynaam aan dit Ccylonfche
Gewas, het welk ook valt in andere deelén van
Oostindie. Volgens de Waarheeming van H e r -
M a n n o s is deeze Lak zeer fchoon rood ,
fraaijer en zuiverer dan die, welke men uit
Pe~
f13) Croton Fol. ovatis tomentofis ferrulatis petiolatis, Caly-
cibus tomentofis. Fl. Zeyl. 344, Rrcinoides Aromatica Arbor
&c. BüBM. 201. T. 9 i. Burm. Fl. Ini. p. 304. Ricinus
Aromaticus fpicatus , Fol. Circa* &c. Pu ik . Alm. 310.
Raj. Suppl. 113. Halecus terreftris. Rumfh. Amb. III. p;
197* T‘ lz7*
R
H. Dre&i VI. Stuk.
rum.
Lakdrai;
eend. -
iff US:
H J
i'i'V'vl
11
I l i fp f l