III. achtige Haairtjes. De Bloemfteelen komen,
xvii.1" enkelcl o f dubbeld, aan ’t end der Takken
H oofd- voort: zy zyn dik, rond, regtopftaande, een
stuk. Handbreed lang en naakt. De Kelk is van on«
' deren eenbladig , van boven bekleed met regtopftaande
Schubben, die Doornachtig gehaaird
zyn. De Bloem heeft een geele Schyf , zo
hoog als de Kelk, en Straalen ongelyk langer,
ook geel, maar aan ’t Grondftuk, van binnen,
paarfchachtig. Het Vrugtbeginzel is aan alle
zyden omringd met een eenvoudig, ongeftecld
Pluis, korter dan het Blommetje. De befchry-
ving was door zyn Ed. naar een Plant, in
Holland geteeld zynde, opgemaakt.
in. _ Cs) Gorteria met Lancetvormige, ajloopencle,
Squürrlfa. Doornachtig gehaairde , aangegroeide Bla-
».appige. den en ongefteelde Bloemen.
Deeze Soort , door C o m m e l y n in Af.
bedding gebragt, wordt door hem als een Soort
van After aangemerkt, die Heefterachtig is met
kleine glinfterende omgeboogehe Bladen. De
Blaadjes, zegt de Ridder, zyn ongefteeld, een
weinig langs de Takken afloopende, aan de
Punt gedoomd , en wederzyds gehaaird met
drie o f vier Doorntjes. De Steng, die ruig
is,
0 ) Gur/cr/n Fol. Lanceolatis, decurrentibus, adnatïs, eb*
liato - Spinulofis, Flor. fesfilibus. Mant. 47s. Am. Aead. VI.
Aft. 77. Xeranthemutn Caulibns Frutescentibus provolutis &c.
Sf. Plant. i. p, sj9. After Afxicanus Frut, Com,m. Mort, n ,
p. SS* T. zs. EERG. Cap, 301,
is, geeft getropte Takjes uit, aan ’ t end ieder HU
een Bloem draagende, wier Kelk rappig is
wegens de omgekrulde Schubben o f Blaadjes, Hoofd*
naar die van de Takjes gelykende; en deSTÜK*
Bloemen zyn geel geftraald. | Rang?*
(4) Gorteria met Lancetvormige afloopende, iv.
omgekromde. Doornachtig gehaairde Bla-smnT**
den, de Bloemen endelings. Borfteiige.
In de voorgaande Soort leggen de Blaadjes
neder waards over elkander, in deeze zyn de-
zelven omgekromd, volgens de aanmerking van
den Ridder en de Takjes groeijen niet by trappen
maar overhoeks uit de Steng. die ook niet
ruig is. Voorts komen de Blaadjes met die van
de voorgaande Soort overeen, doch de Bloemen
zyn gefteeld , geel en van onderen Violet geftraald
, komende menigvuldig voor aan dit
Gewas, ’t welk op Rotfen aan den Zeekant
groeit.
(5) Gorteria met Schub achtige dubbeldgehaair- v.
de Blaadjes , die de buitenfte Haairtjes
en het end -^Doorntje omgeboogen hebben. Gehaairde*
Een
(4) Gorte.ria Fol. Laneeolatis decurr. recurvis, ciliato-lpi.
Jiofïs , Flor. terminalibns. Mant, 287.
(s) Gorteria Fol. imbricatis, bifariam ciliatis, Ciliis exte-
rioribus Spinaque terminali reflexis. Carlina Fol. itnbricatis ,
eblongis reticulatis &c. Burm, Afr, i j l . T , 54. f, 1. Car«
duus Afr. luteus Atra&ylidis facie» B.AJ. Suppl, 196, Aculeoia
Ethiopica, Atraftylidis facie. PLUK. Amalth, j i j T, 354, f .
3. SEB. Mus, I. T. 23. f. 1,
llf DEEJLf VI, (TUK,