L t 1IL Soort, ’c welk my gantfch niet waarfchynlyk
XVII. vóórkomt. * De Bladen zyn toel3 in deeze Lang-
Hoofd- bladige , hier en daar fomtyds Wat gefchaard *
ST?W« doch zodanig niet ingefneeden o f Verdeeld ,. als
in dezelve, ’t Gewas groeit Heefterachtig, met
Stengen, die eerst groen, dan Wollig, en éin-
delyk Houtachtig bruin zyn, hebbende de Bladen
om laag veel breeder dan aan de Bloemdraa-
gende Takjes, gekroond met eenige Bloemen,
met de bepaalingen van dit Geflagt overeen-
komftig, welke niet zeer groot en geel geftraald
zyn , gevuld met het Haairachtige witte Pluk
der Vrugtbeginzelen ofaanrypende Zaadeiv
xrxvn C3Ö) Kruiskruid met gejlraaide Bloemen en
f i omP Eyronde, Fleezige, getande Bladen
Meicebia- de Steng Heefterachtig, .
De Bladen van deeze Soort, die in de El*
thamfche Tuin een Gewas maakte van twee Of
drie Ellen hoog met een Stam van een Atm dik ■
waren rondachtig , glad., dik en fty f, aan de
kanten getand , vlak , doch een weinig 'famèri-
• getrokken, in figuur als tusfehen die der Madelieven
en Hemelfleutels in ; voorts in gedaante
naar die der Zee -Melde,gelykende, als bekleed
- zynde met eenige Wolligheid en fyn geaderd.
t ’t Ver-
( 36) Ser.ecio Coröll. radiantibus, Fol. obovatis Carnofis
dentatis, Caule Fruticofo. Solidago Fol. obverlè ovatis &c.
H. Clif. 411. Doria Afr. Aiborescens Fol. crasfïs et fuccu-
lentls, Atriplicem lefeiemibus, VJU., Eltby 124, T, io* ,C
ISf.
\ Verfchil fchynt niet groot te zyn tusfehen III»
deeze en de veertigfte Soort. ^xvnEL*
(37) Kruiskruid met geftiraalde Bloemen, en 5Tuk™" ‘
Pylvormige getande Bladen, de Steng om- xxxvir.
vattende, die Heefterachtig is, y : m v l? ? 7*
Deeze Kaapfche Heefter bereikt dikwils deEikbïadig'%
hoogte van een Menfch, zegt Commelyn,
hebbende een ronde Haairige Steng, in der-,
gelyke Takken verdeeld, waar aan Bladen,
dïe langwerpig, Zaagiswyze getand engefpitst
zyn , van boven glanzig groen , van ónderen,
witachtig, en dus naar die* van den Groen-Eik 1
gelykende. De bovenfte zyn fmaller, de Bloemp-
1 jes geel geftraald.
Kruiskruid met gejiraaide Bloemen en xxiix.
Spatelvormige, uitgegulpte ,ruuwe Bladen, rigs^ cs‘é
de Steng omvattende, die Heëfterachtig ft.^yft'iadig.j
X Gewas van deeze munt uit door de ftyfheid
(37) Sevech Coroll. radlantibds , Foliis Sagittatls amplexi.
I caulibus dentatis, Caule Fruticofo. >PïIr. Cliff. g+. H. Cliffl
| 4»6. R. Lurdb. Jacobaa Afr. Frutescens Fol. incifis etfubrus
Jcinereis. Comm. Rar. 42. T. 42,. BERG. Cap. 281. Seb, Thes
j l . Tab. 22. f. 4.
I (sa) Senteio Coroll. radiantibus, Fol. araplexlcaulibus Spa-
| tulatis repandis , erolïs, fcabris, Caule Fniricofo. H. Cüj/i
'\V>6. K.'Lugdbat. 164. Jacobaca Afr. Frutescens, Fol. rigidjs
| & hitfutis. Comm. II. p. 145. t . 7S. Jacobara Afr.
Iraino is iraa, Fol. Senecioiiis puiguis, rigidis et lucentibus.
fubcus rneanis, Raj. Suppl. r79. SEB. Mus, l , T. f,
G
[ ÏI» D«ei,. y i, stuk*