III. plooide , Zaagswys' getande, rmwe Bla-
A fo e e l . ' fan
xix.
H oofd- £)eeze , in Moerasfen te Vera Cruz groeit
STUK* 7
jende, heeft een ftekelige Vrugt.
vr. (6 ) Croton met ßompachtig Ey ronde, effen*
cuMium randige , gladde Bladen, de V rügten ge-
Gladbladb flceld. ’ *
ge» . tl I . 3x.L
Die Boom met Appelbooms Bladen , den
Beuk en Bloesfem van Byvoet hebbende ,
welken de vermaarde Sloane op zekere
plaats van Jamaika overvloedig groeijende vondt,
' is hier t’huis gebragt. Men vindt het Gewas
Heefterachtig Croton by B r own e getyteld.
De Bladen zyn van onderen grysaehtig, en het
brengt kleine Aairtjes uit derzelver Oxelen
voort.
vu.
’Tinclorium*
Kleurend.
(7) Croton mit Ruitachtige uitgegulpte Bladen,
bris. Htrt. Cliff. 445. R.. Lugdb. 201. Ricinoidas paluftre ,
Foliis oblongis ferratis , Fru&u hispido. MART, Cent. 38.
T. 3*.
(6) , Croton Fol. ovatis obtuiiusculis integerrimis , lasvibus ,
Fru&ibus pedunculatis. Am. Acad. V. p. 4° 9- Croton fru-
ticofum &c. Brown, Jam. 34g. Ma}i folio Arbor Arremifias
odorc & flore. Sloan. Jam. 139. Hiff, II. p, 30. T. 174.
f. 3 ,4 . R. A J. Dendr. 91.
(7) Croton Fol. rhombeis répandis, Capfulispendulis, Caille
Herbaceo. H. Ups. 290. Mat. Med. 441. GouAN. Monsp.
49S. GRON. Orient. Croton Fol. ovatis, plicatis fcabris &c.
II.. Lugdb. s 32. Sauv, Monsp. 303. Ricinoides ex quà pa-
tatur Tourncfol Gallorum. Tournf. Injl, 65$, Nms, Mtm.
titt
d en , langende Zaadhuisjes en een
dige Steng.
Dit is een Europifch Gewas, dat eene ver-iTuK.
maarde Verwüof uitlevert. T od-r n e f o r t ^
noemde het Ricinoides , waar van de Tourne-
Jol der Franfchen, zegt h y , bereid wordt. Behalve
de gewoone Soort, de Driehokkige Zon»
newende van B a u h i n u s $ heeft hy naderhand
nog van eene, die de Bladen langwerpig
en Haairig, en van eene, die de Binden wel
langwerpig en Zaagswyze getand , doch niet
Haairig heeft, gefproken. Deszelfs voornaamfte
Groeiplaats is in Languedök , omftreeks de
Stad Montpellier, op woefte plaatfen. By Aix
in Provence ziet men ’er ook geheele Velden
van, zo G a r i d e l l getuigt; doch het zal
miffehien daar gezaaid worden. Men vindt het
Gewas ook in de Oofterfche Handen en zelfs ,
zo ’t fchyr.t, in Oostindie. Ten minfle is een
Plantje van dien aart, uit het Kruidboek van
G a r c i n , op Java verzameld, door den Heer
N. L . B d rm a n n d s in Afbeelding gebragt.
Uit een ronde Penwortel fchiet het een
rondachtige Steng van verfchillende hoogte ,
met Takjes bezet, die meest uit de Oxels der
Bladen voortkomen. De Bladen zyn van eene
verde
1712. p. 337. T. 17. Heliotropium tricoccum. C , B. Pi*.
25 3. RAj. Hiff. 16j . BuRM. m i Jnd. j>. 304* T» 6i‘
LOB. Icon. 261.
Q 4
ïi» Deel. VI» Stuk»