III.
A fdeel
xix .
H oofd-
STUK.
Rrk’ibroeierige.
Nog vier Gewasfen, die onder den naam van
Croton door den Heer N. L. Burmannus
voorgemeld , en waar van twee door zyn Ed.
afgebeeld zyn, heeft L i n n a u s , mïsfchien
wegens de onzekerheid der Vrugtma^king, niet
erkend o f aangehaald. Deeze waren ook, zonder,
naam, van Java over gezonden. Het zelfde,
dat meer verwondering baart, heeft plaats omtrent
vier Westindifche, Soorten, die door den
Heer J a c qu i n naauwkeurig waargenomen
zyn, in de frisfche Planten, omflreeks Katha-
gena groeijepde, doch waarvan de Vrugt niet
wordt befchreeven. Allen waren die Heesterachtig
en de vierde, genaamd Croton lineare,
neemt zyn Ed. voor het naar den Wonderboom
gelykende , welriekend, Heefter-Gewas, m,et
Rosmaryn-B Iaden.en eene driezaadige witachtige
Vrugt, dat de beroemde Sloane op Jamaika
gevonden heeft, aldaar Wilde of Spaanfche Ros-
maryn genaamd. Onze Ridder hadt hetzelve
betrokken tot den Kaskarille-Boom, die thans,
de tweede Soort uitmaakt van dit Geflagt.
G Ü P A N I A.
De Kelk is driebladig, zo wel in deMannely-
ke als Vrouwelyke.Bloemen; hebbende de eerden
v y f Bloemblaadjes en v y f Meeldraadjes, de.
laatften drie Bloemblaadjes, een driedeeligen.
Styl , een driehokkig Zaadhuisje en dubbelde
Zaaden,
Van
Van dit Geflagt is maar ééne Soort bekend
( i ) , welke in Zuid-Amerika groeit, zyndevoor- KIX>'
heen tot de Vyfmannigen betrokken geweest, Hoofd-
doch- thans hier t’huis gebragt volgens de A f-STUI^*
bedding van P l ü m i e r . Deeze Pater noemt Cupania
het Gewas Cupünia met Karftengen-Bladen, en
eene Fluweelige getakte Vrugt. Dit wil ze g 1 kaanfehe.
gen, dat de Vrugt-Trosfen uit Trosjes famen-
gelteld zyn. Het is een gropte. Bpomachtige
Plant, met enkelde Takken, die den Geflagt-
naam naar een Italiaanfchen Pater .Cü p a n i ,
door wien in ’t laatst der voorgaande Eeuw
een Lyst der Planten van Sicilië aan ’t licht
gebragt is , heeft bekomen,
J a t r o p h a .
De Bloemen hebben., in dit Geflagt, zegt
de Ridder, geen Kelk. De Mannelyken zyn
eenbladig, Trechterachtig, met tien Meeldraad-,
jes, beurtlings langer en korter: de Vrouwely-
ken vyfbladig en gaapende, met drie gegaffelde
Styl en , een driehokkig Zaadhuisje en enkelde
Zaaden.
Tot hetzelve behooren agt meeftendeels Ame-
rikaanfche Soorten, die byna allen Heefterach-
tig zyn en hier volgep. ,
(i) Ja-
(i) Capania. Syft. Nat. XII. Gen. 279' P> s 36. Neg. XIII.
p. 722. Cupania Caftane* folio, Fruótu Sericeo& Racemofo..
Plum. Gen. 4$, Io. ii®. Cupania Arborea Fol. oblongls.,
cienato-fetiatis &c. Brown. Jam. 178,,
R 5