PH* zonderd. Beiden zya zy uit de Westindien af-
A^ f - k o m f t ig .
STUKr* CO I va met Lancetvormig Eyronde Bladen en
u eene Kruidige Steng.
Iva unnua,
Kruidige. Deeze Soort, m de Akademie - Tuinen zig
bevindende, is door den Heer B. d e J u s s ieu
genoemd Tarchonanthos met Hartvormige Zaags-
wys getande , drieribbige Bladen, ’c Gewas ,
uit Zuid-Amerika af komftig, moet Jaarlyks gezaaid
worden en heeft niettemin een regte ge-
ftreepte Haairige Steng van Mans langte, met
weinige Takken, enfpitfe gefteelde Bladen, van
gezegde figuur. De T ro s , aan ’t end, beftaat
uit knikkende Bloemhoofdjes, van driebladige
Kelken met Blaadjes omgeven, waar in v y f
Vrouwelyke Blommetjes , die de Mannelyke
Bloemen van de Schyf omringen.
(O Iva met Lancetvormige Bladen, de Steng
jJ fv«- Heefterachtig.
tt/cens.
Heefterach- Dit Gewas gelykt zeer, wat de Bloem aangaat
, naar het Elichryfum , zynde derhalve
Pera-
( j) Iva Fol. Lanceokto-oyntis, Caule Hetbaceo. Syß. N at.
XII. Gen. i«s9. p. 014. I'tg. XIII. p. 712. H , Ups, 2? j .
Am. Acad. III. p. 25. Tarchonanthos Fol, Cord. Serratis,
trinerviis. R. Lagdb. 53 g.
( i) Iva Fol. Lanceolatis, Caule Fruticofo. Am. Acad. III.
p. a j. Parthenium Fol. Lanc. ferratis. H Cliff. +43. Gron.
VxTg. 147. R. Lagdb. S6. Agerat o affinis Peruviana Frutes-
cens. Pluk. Alm. 12. T. 27. f. 1. Elichryfo affinis Peruviana
Frutescens. Heem. Lugdk. 666. Pfeudo - Helichryfum Fru?
toscens femvianum 5tc. jtfOKis, HIß. m . j>, je .
Peruviaanfch Basterd - Helichryfum van M o r i -
s o n getytcld. Het valt ook in Virginie, en
Raat onder den naam van Parthenium geboek-
ftaafd by den Hoogleeraar A. v a n R o v e n .
H eri^a n n u s meldt, dat het in de Bever-
ningfe Tuin geteeld was uit Zaad, van Peru gekomen.
Het was aldaar een altyd groenend
Boompje geworden van zes o f zeven Voeten
hoog, met taaije Knoopige, zeer Takkige,Houtige
Looten, waar aan Bladen veel gelykende
paar die van Balfemkruid, doch drieribbig én
aan de kanten zeer getand, De Bloemen kwamen
by kleine Tuiltjes o f Hoofdjes, byna als
in het Elichryfum, voort , doch knikkende,
gelyk in de voorgaande Soort; nu enkeld, dan
drie o f vier by elkander en het fcheen kleine
gepluisde Zaadjes te hebben. Van deeze Soort,
niettemin, die zig in de Cliffortfche Tuin be-
vondt ep aldaar is befchreeven, zullen, naar
alle gedagten, de Kenmerken zyn afgeleid. Het
heeft geen aanmerkelyke Reuk of Smaak: zo
dat het in deezen grootelyks van de Veld-Cy-
pres , die men 'in de Winkels Iva Mofchata
noemt, verfchille.
Vervolgens komen in aanmerking de Veelman-
nigen , in deeze Klasfe, dat is die meer dan
zeven Meeldraadjes hebben, gelyk
C o r y l u s. Hazelaar.
In dit Geflagt is de Kelk der Mannelyke
Bloemen eenbladig, driedeelig , Schubachtig,
P 4 ecniir.
Afdeel.
xix.
Hoofds
tu k .
Ptntandria.
II. Deel, VI» Stuk,