HI.
A fd eel ,
XVII.
H oofdstuk.
iv.
Athanafia
Maritima,
Wollige.
V.
(jtnißifoil*.
Btembladige.
de Stippen, in de eerfte wederzyds ruig Wollig
, langwerpig ovaal , de bovenften Lancet-
vormig, ’t Is een glad Gewas met rondaehtige
Bladen en drie o f vier end-Bloemen, wordt
thans door den Heer M u r r a y gezegd.
(4) Duurbloem, met tweebloemige Steeltjes ,
de Bladen Lancetvormig, gekarteld, Jtomp
en Wollig.
Deeze in de Zuidelyke deelen van Europa
en in de Levant, aan de Kusten van de Mid-
dellandfche Zee , groei jende, wordt ’er Laagc
Katoen o f Katoenkruid geheten. Anderen gee-
ven ’er den naam van Zee - Gnaphalium aan.
Het is een blyvend Gewas, dat naar het Gnaphalium
g e lyk t, zynde geheel Wollig. Het
Zaadkuifje ontbreekt t’eenemaal en de Kafjes
zyn van langte als de Kelk. Het fchynt als
een middelflag te zyn tusfchen de Athanafia en
Santolina.
■
(5 ) Duurbloem met enkelde Tuiltjes, de Bladen
Lancetvormig , onverdeeld, naakt ,
digt getropt. Dee-
(4) Athanafia Pcdunculis bifloris, Fol. Lanceolatis, erena»
tis, obrufis tomentoiis. Santolina Corymbo terminali fubdivi-
fo , Foliis óblongis integerrimis obrufis. H. Cliff. 393. Gron'.
Orient. 257. Filago maritima, Sp. Plant. 927. Mill , Difi.
T . 135. Gnaphalium maritimnm. C. B. Pin. 263. Chrylan-
themum perenne Gnap'haloides maritimnm. MOR. Hiß. III.
p. gi, S. 6. T. 4, f. 47. Ger. Prov. 211.
($) Athanafia Corymbis fimplicibus , Foliis LanceoIatis
indivifis, nudis confertis. Syst, Nat, XII. p, J40, N, 11. Mant.
p. 4 H»
Deeze , wederom van de Kaap afkomftig , liL
maakt een Takkig Heeftertje uit, met önge* xvn.
fteelde Bladen , van gezegde figuur en plaat Hoofd-,
zing, Aan ’t end der Takken komen kléineSTÜK*
1 uiltjes voort, van drie o f vier ongefteelde^^ 4
Bloemen. De Kelk is Eyrondachtig , effen ,
gefchubd , naauwlyks grooter dan een Tarwe-
Graantje, veelbloemig ( f ) .
(6 ) Duurbloem met enkelde Tuiltjes, de Kla- Ath^ a[ltt
den Lancetvormig, onverdeeld, met Pool.Prestens.
° Rmgcichti«
De Afrikaanfche Coma Aurea, die de groot-ge‘
fle in haar Soort is , met Wollig gryze Bladen
, door Commelyn in Afbeelding ge-
bragt, wordt hier bedoeld. Hy zegt, dat dezelve
een Stam heeft van wel drie Voeten
hoog, met Takken van twee Voeten lang, die
aan ’t end gekroond zyn met Bondels van gee-
ïe Bloemen , in Schubachtig g r y z e Hoofdjes
vergaard en gevolgd wordende van ftuifachtige
Zaaden.
( j ) Duurbloem met enkelde gedrongen Tuil- vu.
Annua.
tjes , jaariykfe.
( t - Hier boven ftaar, in Mant. p. 464, Genifiifol Floret
folitarii , dat is , de Brembladige heeft eenzaame Bloemen.
Dit moet, zekerlyk , door Drukfeil veranderd zyn, en een
andere Soort betekenen,- doch we'ke, valt zwaar te gisten.
( 6 ) Athanafia Corymb, fitnpl, Fol. Lanceolatis indvifis
villofo. Am. Acad. IV. p. 329 Coma Aurea Fruticofa omnium
maxima, Fol. tomentoiis Sc incanis. Comm. Hort. II.
p. 93. T. 47,
(7) Athanafia Corymb, fimpl. coarfUti*, Foliis pinnatifi-
C 4 ®