« I T T
|a|PP I B i
ÏÏKBË
I W
[■Ip
IIP
r a ä g Bl lp e l i .
i
IJ Jp>5S C' :
H B p
p f e
IMtl®
■ 1 ISSSSi IP
M ßM
i L «|k iffl
M- '■ >'
■ ■
u g k li
m m i
BIgMifl m|§$§m
■mfl t i
im
ln«
Cacalia
Cüneifclia,
Wigbladige.
£4 SAMÉNt EEL tG E HEESTERS,
'Afd e e l . H a fè t te temPëren‘ D o n o N é u s acht dat
xvii. men ’t zelve tot de Telephia zou kunnen be*
H oofd- trekken, Het komt ’e r, in ’t uiterlyk aanzien,
Eerjie eeniê'szim mede overeen, hebbende ronde groe-
Jiang. he Stengen , met Bladen als van Porfelein beze
t, doch de Bloem- en Vrugtmaaking is groo
telyks verfchillende; gefyk men dit by M o r i-
s o n en D i l l e n i u s kan zien.
( 3 ) Cacalia, die een Heejlerachtige Steng
heeft en Vleezige Wigvormige Bladen.
. De Steng van deeze is Vleezig , met onge-
ïibde vlakke Bladen , van onderen een weinig
róttd. ’t Gewas kwam van de Kaap, en fcheen
hier t’huis te höorett » doch de Vrugtmaaking
was, alzo het in de Üpfalfche Tuin niet gebloeid
hadt, door den Ridder niet onderzogt.
( 4>) C a c a l ia die een Heejlerachtige famenge-
Jlelde Steng heeft , de Bladen Lcmcetvor-
mig p la t , met flaauwe merktekens der
Eladfteelen aan de Steng.
Deeze voert thans den bynaam van Kleinia,
IV.
Cacalia
Kleinia.
f> Smalbladige.
welken Geflagtnaam L I n jnt je. o s verworpen
heeft,
(3) Cacalia Caule Fmticolb, Fol. Cunelformibus Carnoik
Mant. xio.
(4) Cacalia Caule Fruticofo compofito , Foliis lanceolatis
planis, Petial. Cicattidbus obfoletis. Kleinia Fol. Janceol.&e.
M’ Cliff. 19S. Cacalianth. Folio Nerii glauco. Dill . Èlth,
f i . T . J4- f . z. Frut. Ind. Oriënt. Lavanduls folio. C. B.
Tm. 401. Nee Cacalia, nee Cacaliaftrim» &c. Klein Meneer.
Bubm. Fit Ind, Pt 17s.
S r N G E t f È S l A * I§
heeft, hebbende dien te vooreü aan deeze Ge- BI.
wasfen gegeven. Zy was van zyn Ed*, in de x r a L
befchryving der Planten van den KliffortfchenHooFB*
Tui n, Kleinia met vlakke LanCetVormige Sla-sï^K*
den en eene gladde Buikige Steng, genoemd ge-/^«Ä,
weest. De vermaarde K l e i n heeft ’er een
byzonder Werkje over uitgegeven, zeggende*
„ Het is geen Cacalia , noch Cacäliaftrum 5
,, maar misfehien een Heellerachtige Tithjma-
,, loides met Oleander * Bladen.” Het zou de
Oostindifche Heefter met Lavendel - Bladen zyn
van C . B a u h i n u s , die daar toe den Laven-
delbladigen Boom van C l ü s i u s betrekt: waar
van een T a k , uit Oostindie in Engeland over-
gebragt, door deezen Kruidkenner is afgebeeld.
Het onderfcheid , tusfehen Lavendel* en Oleander
Bladen, is evenwel wat groot. D i l l e n
i u s heeft het Gewas-, onder den naam van
Cacalianthemum, afgebeeld, en merkt aan, dat
hetzelve, in vier o f v y f Jaaren tyds, opfehiet
tot twee o f drie Ellen hoogte en tot de dikte
van een Arm. Het groeit op de Kanarifche Eilanden
, en misfehien ook in Indie, zo L i n *
NjEds aanmerkt. De Hoogleeraar N. L . B u r -
m a n k u s brengt deeze Soort tot de Oostindifche
Planten t’huis.
f5 ) Cacalia met een Heefierachtige Steng en v.
gekneepen Vleezige Bladen. Fic!uUi'A
Dee- Dikbladl-
ge.
0 ) Cacalia Caule Ftutkolb, Fol. compresfis Carnefis.
giei-
II« Deel, VI, stuk«