III. „ In Egypte heeft het Gewas zyn Bloeityt!
)) in de Maand Oktober en ’t begin van No-
H oofd* ,, vember. Na het afloopen van ’t Nylwater 3
s t u k . ^ naamelyk, begint het een Blocmfteng tefchic-
teD* 1° $ mic^ en van December zyn de
3, Bloemfcheeden met volle Bloemen beladen*
,, Tegen ’t esd van ’t Jaar, of in ’t voorst van
j , ’t andere, Verflenzen allengs de onderffë
„ Bloemfcheeden , die beVrugt zyn , met de
3, Bloemen , ën anderen daar boven gaan we-
j» derom open* In Maart is de Bevrugting
a voleindigd en de Vrugt geformeerd, die al-
„ lengs aangroeit tot de Mey-maand, als wan-
,, neer zy haare rypheid heeft bekomen. Z y
j, bloeit derhalve als de Warmte gemaatigd en
„ de Grond met Vogtigheid zeer vervuld is j
doch wordt ryp met zeer heete Zonnefchyn,
„ gelyk men ’s Voorjaars in Egypte heeft. Naar
„ dat de Bloemfcheeden afvallen , wordt de
„ Steng grooter, tot de langte van twee o f
,, drie Voeten aangroei jende*”
,, Dé Vrugt bevat, binnen een Lederachtige
,, Huid, een zoetachtig Vleefch, harder daii
„ dat van een Pruim en weeker dan dat van
„ een Dadel, een weinig Lymerig en Meelach-
,, tig , doch gemakkelyk fmeltende in de Mond j
zo dat men ’t niet, ten minfleniet ve el, be-
„ hoeft te kaauwen. Z y kan niet langer dan
V 35 een Week bewaard worden, in ’t Klimaat
„ van Egypte, of zy wordt zuur, en dan heeft
„ zy den Smaak volkomen van Brood-Deeg,
s, dat
dat eerst begint te giften (*J. Men kanze, Ilt-
„ van ’t begin van Mey tot het end van Ok-
,, tober, in dit Land frifch hebben, en over-HooFD-
,, vloedig bekomen te Rofette, doch té Kairo8TUK*
, , zyn zy zeer fchaars, hoewel ’er geen
,, men van dien aart ontbreeken : want deezë
,, zyn meestendeels onvrugtbaar, brengende
„ maar weinige Vrugten voort, ten diende van
, , de Vrouwen der aanzienlykfte Luiden.”
Van het algemeene gebruik, dat men Van Gebruik
deeze Vrugten in de Oost* en Westindiën
maakt, zal ik niet uitvoerig fpreeken. W y
hebben in Europa geen Vrugt, die dezelve
evenaart. Onryp en groenachtig zynde ftrekt
dezelve voor Brood, kunnende o f raauw gege-
ten, o f op veelerley manieren gekookt, gebraden
en gedoofd wurdeu, zo dat men ’er aller-
ley Pottagiën van maakt, die, naar de manier
van bereiding en het gene’er by gedaan wordt,
meer o f minder lekker zyn. Eenvoudig door-
gefneeden en gedroogd, fmaaken deeze Vrugten
als Vygen, en zyn tevens zeer voedzaam.
Aan Schyfjes gefneeden en in de Pan gebakken
, overtreffen z y , in Smaak, de lekker fte
Peeren. Veelal worden zy , gelyk de Aardappelen
, van de Indiaanen en Negers by Vleefch
o f
(*) Men begrype eens, hoe de gedagte Verfpieders van ’t
LandKanaïn, Num. XIII, dan een Tros van Eanannen zulk
een verren Weg, in byna een dergelyk Klimaat, goed zouden
hebben kunnen honden, om die Vrugten aan ’t Volk te
vertoonen. Zie Bladz, 403.
II. DEEI* VI. STUK,