III.
A fd eel .
XXI.
H oofdstuk.
Eenhui
XII.
Mimofa
Cafla
Xuifche.
436 V e e lwy v i g e HEESTERS.
gelykende dus eenigermaate naar het Gewas,
dat men op Malabar Intfia noemt, vervolgens
te befchryven, zynde een mede-Soort van dit
Geflagt. Deeze is rondom gewapend met haa-
kige Doornen, en heeft kleine Blaadjes en ronde
Bloemhoofdjes als gewoonlyk. Dergelyke
groeit op Jamaika.
(12 ) Mimofa die gedoomd is , met Paarftee-
lige Viribladen; de Steeltjes drie-Paarig
met byna gelyke Blaadjes.
Deeze en de twee volgende behooren tot die
Gewasfen , welken men, wegens de Gevoeligheid,
Nolime tangere,of Kruidje roer myniet,
noemt, en hier op ziet de bynaam. Anders
heet en zy ook wel Herba viva o f Senfitiva, om
dat ’er een aandoening in plaatsheeft, welke
zweemt naar dergelyke beweegingen in de lee-
vendige Schepzelen. Deeze heeft de Bladen
taamelyk breed , 'rondachtig en Haairig. De
Bloemen komen Aairswyze voort, waarvan de
onderflen onvrugtbaar , de bovenfte vrugtbaar
zyn , hebbende beiden tien Meeldraadjes. De
Groeiplaats is in Indie.
(13) Mi-
( iz) Mimofa acul- Fol. conjug. pinnat. partlalibus trijugis
fiibxqualibus. Mimofa Fol. conjugaris, Fol. pinnatis &c, H.
upf. HJ. Mim. imdique aculeata Sec. II. Cliff. 20g. ^Efchy-
Romene Spinofa latifolia S. Hetba viva &c. Comm, Hort.
I. p. SS. T. 2g. Mimofa Folio lato Senn* fpinofa. EOERH.
Lugdb, II, p. ss. BuRM, Ft, Ind. p. 222,
P o l y g a m i a . 437
(13) Mimofa die gedoomd is, met Paarflee- III.
lige Hinbladen; de Steeltjes twee-Paarig,
met de binnenjle Blaadjes zeer klein. Hoofdstuk,
Deeze is de eerfte Soort van de Brafiliaan- xtn,
fche Gevoelige of Schaamkruiden by den
roemden B k e y n , zynde hetzelve een der Gevoelige,
breedst-Bladigen. In dit Gewas is een byzon-
dere blyk van d e ’Almagt van den Schepper,
welke onze redeneering paaien fielt: want daar
men byna altoos de Vinbladen, ter wederzyde
van den Steel, egaal ziet groeijen , heeft hier
doorgaans een der onderfle Blaadjes , 'aan de
cene zyde , geen zestiende of twintigfle part
der grootte van het andere. Waarom, mag
men zeggen , is hier de toevloed van Sappen
naar den eenen kant zo veel minder?
Nog ruim zo duifler is de oirzaak der Gevoeligheid
van deeze Gewasfen , door welker
al te diepe overpeinzing een Malabaarfe Wys-
geer, zo men ter goeder trouw verhaalt, zyn
Verfland verboren heeft. De enkele Veer-
kragt der Vaste deelen hier ten behulp tc nee-
men, met B o m t i o s , die zulks door het weg-
fpringen der Zaaden in de Ezels-Komkommers,
wanneer men die aanraakt, tragt te verklaaren,
is
f15) Mimofa acul. Fol. conjug. pïnnat. partialibus bijugis;
mtimis minimis Mimofa Caule acul. Fol, geminaris &c. ft.
Lugdb. 471. lEfchynomene Spin. prima S, Bralil. latifolia, *
Siliquis radiatis. Breyn Cent. 31. T, ié, Trew. Ehret,
T. 9 S.
E e 3
II. deel, vi. Stok.