i § 6 M a n w y v i g e H e e ’s t e k s .
in .
Afdefl.
XVIII.
H oofdstuk.
Vyfman
r.ire.
XXV.
Pasfifiora
Serrata.
Gekartelde.
voorgemeld wordt, en zulks heeft insgelyks
plaats in de Klokvormige van R o c h e f o r t ,
wier Bloemen volfirekt overeenkomen met die
andere van M u n t in gj doch men denkt dat
de Afbeelding, hier van', naar verflenfte Bloemen
zal opgemaakt zyn, of mooglyk naar een gedroogde
Plant (*). De Vwlbladige met een Ey-
ronde Vrugt van T o u r n e f o r t , die van Bar-
rere en anderen, zullen hier ook t’huis behooren.
(25) Pasfiebloem met gevingerde Bladen, die.
Zaagswyze gekarteld zyn.
De Vrugt van eenige Soorten is, niet ongepast
, by een Komkommer vergeleeken , maar
ïk vind zeldzaam, dat P l u m i e r aan deeze
de Vrugt van een Koloquint gegeven heeft.
Niet alleen ’t verfchil van Smaak , maar ook
de figuur , die Peeraehtig is , fchynt weinig
daar mede te firooken. Mooglyk zal hy de
grootte maar bedoelen, ’t Gewas, dat op
Marteniquc gevonden is , heeft de Bladen in
zevenen verdeeld en op de kanten Zaagswyze
ge-
(*) Men valt hier over en affronteert dien braaven Kruid',
befcbryver in Am. Ac ai. als waren byna alle zyne Afbeeldingen
gefcherst naar gedroogde Planten ; dat ik geenszins geloof
en al was het zo , waren zy daarom nier te veragten; zynde
de Uitheemfche Gewasfen, hier in de Tuinen geteeld dik-
wils van de in haar Land gegroeide zeer verlchillende en dus
de Afbeeldingen naar cfezelven fomryds onvolmaakt.
(i f) Pasfifiora Fol. palmatis ferratis. Am, Acai.l. n. 2} 2,
f. 21. Clematis Indica polyphylla major, Flore clavato,Fruc-
tu Colocynthidis Plu.vi. Amer. 62. T. 7j>. Raj. Suppl. 340>
Granadilla polyphyllos Fru&u Colocynthidis. Tournb, lnji»
2+1.
G y N A N D R I A . JP 7
getand: de Bloemen zyn zeer groot: de Om- ^
windzels elfenrandig , gellippeld, van grootte xvui/
als de Bloem , beftaande de Kroon uit Vezels H°0fd"
o f Straalen , die Violet en wit bont zyn, ge-ST^ ‘
boogen en gekruld. Voorts is de Stander o fdria, '•
Steel van het Vrugtbeginzel, met zyne v y f
Meeldraadjes onder aan , en drie Knodsachtige
Stylen op het Vrugtbeginzel zittende, ’t welk
het Weezenlyke Kenmerk uitmaakt van dit Ge-
flagt, hier even als in de andere Soorten.
(26) Pasfiebloem met Roetachtige, Zaagswys’ xxvu
getande Bladen. Pasfifiora
0 Pedata.
Deeze Soort verfchilt inzonderheid döor dege.etWadi'
figuur der Bladen, die niet egaal verdeeld
zyn , maar zodanig, dat het Steekje voorloopt,
in een enkeld LanCetvormig ovaal Blad, van
vier Duimen langte, doch wederzyds een ander
Blad uitgeeft, het welk in drieën is ge-
fneeden , zodanig , dat twee agterlte Slippen
maar als Oortjes zyn. De Bloemen zyn groot en
hebben dergelyke Omwindzels. De Vezels, die
het Honigbakje of de Kroon maaken, zyn rood
met wittelingen, de enden Violet, en gedraaid
als de Haairlokken van Medufa. Hier wordt
een Afbeelding t’huis gebragt van R o che - .
f o r t , die z e g t, dat de Hollanders, in de
West-
(26) Pasfifiora Fol. Pedatis ferratis. Am. Acad. I. p. 233.
f. 22. Clematis Indica polyphylla , Flore crispato. PlUM.
Amen 66. T. s i. Raj. Suppl. 34.1. Flos Fasfionis* Rochet.
Ant. p. i i 5. T. p. 1 18. f. 3.
n 2
|I, DEEL, VI. STUK»