Afdeel. Ranken’ even aIs de andere Soorten van Gra-
xviii, nadilia, zegt h y , de hoogde Boomen. Z y
H oofd, heeft Bladen grooter dan de Handpalm, wel-
ryfmar. keD hy Klyfachtig noemt, eenigermaate naar
die van de Hondsdraf of Aardveil gelykende,
doch niet volkomen rond ( f ) , zo men de Afbeeldingen
raadpleegt, inzonderheid die op den
Tytel van ’t Werk van B a r r e l i e r , alwaar
dit Gewas nevens de Afbeelding van dien
Monnik, tegen over de voorgaande Soort, en
in de zelfde grootte vertoond is. De Heer
J a c q o i n geeft een nieuwe Afbeelding van
het Blad, welke nog minder naar rond gelykt.
Z y hebben een Parabolifche figuur, loopende in
drie zeer ftompe ronde Kwabben uit, tot ieder
van welken een Elsvormig Puntje uitfteekt,
De Bladen zyn zeer glad, en gelyken dus,
meer of min, naar die van den Tulpenboom.
De Bladlteelen zyn ongeklierd ; de Bloemen
Reukeloos , van middelmaatige grootte , wit
van Blaadjes met een geele Kroon, en de Vrugt
is een ronde Belle. Van onderen, tusfchen de
Ribben, is het Blad bezet met eenry van Klierachtige
Stippen.
xvt. (16) Pasfiebloem met driehvabbige langwcr-
Pesüflora
punffata, p l-
Gevlakte.
( t ) Folia funt circinatA rotundatis, wordt in het Monitum
agter de Voorrede gezegd.
(i6) Pasjlflora Fol. fubtrilobis oblongis fUbtus pun&atis
intermedio minore. Am. Acad. I. p, 224. f. 12. Pasfiflora fo-
liis bilobis óbtufis, Neftario multifido. R. Lugdb. 160. Gfi|-
nad. Folio tricuspidi obtufb & oculato. FlUIIX. Pcryv* J
p . 7 18 . T . I I , Hort, Angl. zs.
pige, van onderen gejiippelde Bladen, heb- BI. ^
bende de middeljle Kwab kleinst, xvin. ’
De Bladen van deeze Soort zyn , aan beide
zyden, met eenige Vlakken getekend, zegt PinUUii
F e o i l l é e , die , met het Mikroskoop gc-dria,
zien, zig vertoonen als geele Kringetjes, hebbende
een middelftip als een Kwastje in vy-
ven gefneeden , bruin groen , en hier door af-
lleekende op de Kleur der Bladen, die aan de
bovenzyde donker , aan de onderzyde helder
groen is. Van agteren zynze rond, van vooren
driekwabbig en veel breeder dan lang. Hy
vondt dit Gewas alleeolyk in een Tuin benoorden
Lima , de Hoofdllad van Peru. De
Bloem is witachtig , met Blaadjes korter dan
de Kelk, en de bui t en f te omtrek van het Ho-
nigbakje beftaat uit dertig geele Straalen , die
geknodst zyn , byna van langte als de Blaadjes:
de middelde ry is Haairachtig en korter:
de binnenfte geplooid , geknot en ook groen.
De Stoel is gedekt met een holrond, geftreept,
witachtig Dekzel. De Bladen zyn byna twee-
kwabbig met oDgeklierde Steden , zegt de Ridder.
( 1 7 ) Pasfiebloem met driekwabbige Hartvor- xvn»
Geele.
(17) Pasfiflota Fol. trilobis Cordatis atqualibtis, obtufïs ,
glabris integerrimis. Am. Acad. I, 224. f. 13. Gron. f'ïr j.
140, H. Cliff. 431. R. Lugdb. 261» Clematis Pasilonalis tri-
phyllos Fl. luteo. Morts. Hifi.- I, p. 7. S. 1. T. 2. f 3. Flos
pasfionis minor , Folio in rres lacinias non ferratas, minus
profundas, divifo. Sloan, Jam, 104. Hifi. I, p. 231.
II, Deel. VI. Stuk.