Hï. Dit Gewas, reeds ia Italië bekend, eh ö|-
AF? r . der den naam van Mimofa Malica afgebeeld
Hoofd- door A m b r o s i n u s ; meende men uit Egypte
stuk. afkomftig te z y n , doch Z a n q n i , Opziender
^Eenhui- van dcn Openbaaren Kruidtuin te, Bononiq ,
kreeg hetzelve uit Zaad , dat hem uit de Hoofd-
ftad van Brafil toegezonden wa s, en noemde
het derhalve Basterd - Mimofa van Fernambuk,
Maar deeze fchynt geen leggende Steng te hebben
gehad , als groeijende ongevaar een Elle
hoog. ’t Getal der Vinblaadjes was groot , en
onder het eerfte Paar, op den gemeenen Bladfteel
, vertoonde zig een Kliertje o f Blaasje,
rood als een Robyn , en een zodanig Sap bevattende,
’t welk,door uitdrukking, een roode
Vlak op een Neusdoek maakte. Uit de Okéls
kwamen, by de Bloémfteelen , Stekels voort.
De Bloemen groeiden tropswyze, en, daar op
volgden twee lange finalle Haauwtjes, met kleine
ronde Zaaden.
De drie volgende Soorten onder de Boomen
befchreeven zynde (*)> gaa ik over tot de
XXTV. (24) Mimofa die ongedoornd'ds, met dubbeld
Mimoja gevinde Bladen, vyfpaarige Bladfteeltjes:
lati/iliaua o t ' , «
Breediiaau- bogtige Takjesen Klootron.de Knoppen. ,
wige.
Dee-
(♦ ) Zie i l , Deel3 III. Stuk vaii dseze Nat. Hijl. bladz,
609.
(24) Mimofa inerm. Föl bïpimi. partialibus quinquéfugfs ,
Rardalis flexaofis , Gemmis glqbofis. Aeacia noli fpinoia 5
Siliquis latis compresfis, Flore albo. PL.UM. Sp. T. 6«
Deqze, in de Westjndiën groeijende, heeft IlB
half Hartvormige Blikjes en drie Bjoemfteel-
tjes, dë Bloemen aan tioofdjes: eett foort van Hoofd*
Klief op den gemeenen Steel , agter de obder-STUK*
fte Vinfteelen : ook rondachcige tweekleppige
Knoppen, uit twee holronde Blaadjes beftaah*
de. De Bladen zyn zeer glad.
(25) Mimofa die ongedoornd is , met dubbeld xxv.
gevinde Bladen, zestienpaarige Bladfteel-
tjes , en veertigpaarige Vinblaadjes; aan, veelviM-
’f Grondfmk een Steelkliet. n‘ee'
’ t Getal der Vinblaadjes is ontzaglyk groot
in deeze Soort ,• alzo de gemeene Bladfteel ;
volgeps deeze uitdrukking, twee-en-dertigBladfteeltjes
draagt, aap ieder van welken tagtig
Blaadjes zyn* Dit mäajet tweeduizend vijfhonderd
en zestig Blaadjes, dié een enkel Blad
fam^nftellen; In de Cliffortfche Tuin heeft dit
G eWas, uit Amerika afkomftig, zig bevonden*
Het droeg langwerpig Eyronde platte Haauiven.
(2.6) Mimöfa die ongedoornd is , met dubbeld xvrh
geminde Bladen, de Bladfteeltjes vyfpaa- ^ tk d r ' mi
(iS) Mimofa inertn. Föl. bipinrt. partial, (èdecimjugis,
pröpriis quadrafïint 'jugis: Glandula Bafeos petiolari. M.inofii
inermis, Föl düplïcaco-pitinatis, Gland. ad buüti Folior. Sii;
óyato-oblonjris plan/*. Hort. Cliff. 209.
(26 , Mtmofa inenn. Pol, bipinn. partial qmnijuejbjgls^ ptö’-
^riis muit jngis, Catile muriéurf. Acacia latiioiia AidpecaM.?
Ües Flote albo. Ptu.w, S p . 17. !e. u .
F f s
in dekj,, vi, stuk.