A fdeel.
XVII.
H oofdstuk*
II.
Stehelina
dubia,
Twyf'eï.
»chtige.
0 0 Stehelina met J'malle getande Blaadjes ,
de Kelkfchubben Lancetvormig; het Zaad-
hiifje eens zo lang als de Kelk.
Dit Gewas, dat in de Zuidelyke deelen van
Europa, Spanje , Languedok en Provence ,
groeit, is onder verfcheide aaame'n voorgefteld
geweest, naar ’t gene hier onder blykt. Het
komt ook voor als een middélflag tusfchen de
Serratula, Gnaphalium en Stehelina, zo L i n-
nmv s aanmerkt, geevende ’er derhalve den
bynaam van Twyfelachtige , aan. T o u rn e -
f o r t noemt het Jacéa die een Hoofd je heeft,
met Rosmaryn - Bladen. Men vindt de Afbeelding
by L o b e l (*) , waar uit blykt, dat
de Hoofdjes , wegens de langte der Zaadkuif-
je s , langwerpig zyn. Het groeit Heefterachtig
op dorre plaatfen, hebbende de Takjes en Bladen
Wollig en de Kelkfchubben paarfchachtig, zo
G o u a n aantekent. Volgens M a g n o l is
\ een zeer fraay Plantje, bloeijende in de
Maand September.
(3) Ste-
Ci) Stehelina Fol, linearibus denticulatis, Squamis Calyci-
nis lanccoiasis , Pappo Calycibus duplo longiore. Allion.
Mc. 73. Gouan Monsp. 430. Gnaphalium Caule Ftuticofb
&c. R. Lugd. iyi, Stoechas odorata purpurea. Lob. ïlluftr.
Magn. Momp. 247, 257. Stoechadi citrin* affinis. J. B. Hifi.
UI. p. i $6. Elychryfum fylvcftre Flore oblongo, C. B. Pin
26j. Chain* Chryfocome &c» Barr. Icon. 40«. Jacea capi»
tata Rosmarini Folio, Tgurnf. In ft. 444.
{*) Stoechas citrïna altera inodora, Lob. Icon, 485, Vid,
Gouan. l. c,
f3) Stehelina met ovaale Bladen. afdrel
Op Kandia, op de Hierifche Eilanden en in
Provence , groeit deeze, die een BoomachtigeSTUK^
Heefter is , met rondachtige Zilverkleurige Bla- m .
den en Bloemen heeft als de Koornbloemen.
T o u r n e f o r t noemtze Boomachtige Jacéa ,«**.
, _ t» r\ ' ir Boomach*
met Bladen als van den Styrax - Boom. De Kelktige<
beftaat uit ftompe Schubben : het Zaadkuifje is
Takkig gepluimd , de Meelknopjes zyn van
onderen getand: geen gelubde Blommetjes komen
’er in voor.
(Y) Stehelina mét Jiomp Lancetvormige Bla- iv.
Stehelina
den• Frulico/a.
Heefter-
Deeze groeit op Kandia en in de Levant jachtige,
volgens Dr. G e r a r d . De Bladen zyn by
die van Weegbree door T o u r n e f o r t ver-
geleeken , en by de Olyfbladen door V a i l l
a n t . ’ t Gewas is Heefterachtig en heeft
Bloém-
(3) Stehelina Fol. ovalibus, Schreb. Dec. I. T. 1. Cen*
tàurea Calycibus fquamofis, Fol. ovatis fubtus tomentofit.
Cm.Prodr. 187. Raponticoides Frutescens Styracis folio. VAILL.
A d . 17p. Jace'a arbor Styracis folio. TOURNE. In ft- 445.
Cyanus Arboresccns alters Folio Styracis. Alp. Exot. 3 3. T.
32. Frutex rotundo Argenteo folio, Cyani flore. C, E. Pin.
45i. '
(4) Stehelina Fol. Lanceolatis obtufis. Centaurea Fruticofa.
Sp. Plant, 1285. Cyanus repens anguftifolius. C. B. Pin.
274. Cyanus repens. Loa. Ic. 548. jacea Frutescens Plantag.
Folio, Flore albo. Tournf. Cor. 32, Rhaponticoides frutescens
Ole* folio, VAILL, A cl. 1 7?» /