III. zynde; doch ik vind niet, dat dezelve teil dien
xviS" opzigtè byzonderlyk in aanmerking komt, of
H oofd* gelyk ftaa met dè Piftolochia van P l i n i ü s ,
‘™K' _die z e g t, dat hét Afkookzel o f Aftrekzel van
nigt. *"den Wortel in Water, voor de genen die Stui-
pen o f Kneuzingen hebben , o f van om hoog
gevallen waren , zeer nuttig zoude zyn. ’t Js
een laag Gewas , met dunne Ranken bf Steeltjes
, van de volgende Weinig verfchillende,
dan dat het een Hartvormig, ongedeeld, klein
Blikje heeft aan den voet der Bloemfieeltjes.
Ofterlucie met Hartvormige, byna onge-
cbia rotun- fteelde , Jtompe Bladen, zwakke Stengen
^Ronde. en ^nzaame Bloemen,
Drie Soorten van Arifiolochia hebben Di o s -
CORIDES en G a l e n u s gefield, de Ronde,
Lange en Dunne, waar by gemeenlyk een
Vierde , die men Boontjes Holwortel noemt
hier niet t’huis behoorende , gevoegd wordt.
De Ronde, ’t welk deeze Soort is, voert van
de gedaante des Wortels dien naam. ’t Gewas,
dat in Italië, Spanje en de Zuidelyke deelen van
Vrankryk groeit, brengt uit den Wortel veele
Ranken voort, fomtyds een Elle hoog, die
- .. Vierl
i j Ariflolecbia Fol, Cotd. fubfesf. obtufis, Caule inffrruo,
Floribas Solitarlis. Gouan. Mmsp. 476, H, Clip. 432. Mat.
Mti. 414* SAUV. Mmsp. i n . Ger. Pr»v. i s J .G arid. Aix,
39. Ariftolochia rotunda &c, C. B. Pin. 307, Afift. rötWBda
prima, C lus. Hiß, z, p. 70. Jlisp, 31g, Cam, Epit. 419.
G V n a n d r i a . 211
vierkant zyn, overboeks bezet met donkergroe- III.
ne Bladen , van middelmaatige grootte, die AyvmL*
kort of naauwlyks gefteeld zyn , en in derzel-H oofd*
ver Oxelen donkerpaarfche Bloemen, met eenSTÜK*
taamelyk breede L ip , waar op Zaadhuisjes vol
gen als kleine Meloentjes , met zwartachtige
Zaaden. De Wortel is Bolachtig rond, rimpelig
, zwartachtig, van binnen van Kleur als
Palmboom - Hout en heeft een groven B a s t,
fomtyds wel drie Duimen dik, Kruiderig van
Reuk' en Smaak , doch eenigszins bitterachtig.
( 1 9 ) Ofterlucie met Hartvormige gefteelde xjx.
, ejfenrandigt ftompachtige Bladen, een tTngc.
zwakke Steng en eenzaame Bloemen.
Deeze, op de zelfde plaatfen Voortkomende»
verfchilt aanmerkelyk, doordien de Bladen blee-
fcer groen en lang gefteeld zyn. De Bloem
beftaat, even als in de andere Soorten, uit een
Trechterachtig Pypje j op het Vrugtbeginzel
zittende, en zig in een Lip uitbreidende, doch
is uit den groenen witachtig van Kleur , van
binnen ruig , gelyk in de anderen. De Vrugt
is eveneens, maar de Wortel^ van geftalte als
een Franfche Raap , wordt fomtyds wel een
Arm
(19) AriJJolocbia Fol. Cord. petiol. integerrimis obtufiuscu-
lit , Caule infirmo, Flor. folitaiiis.GoüAH, Montp. 477. Sauv.
Monsp. in . GeB. Prov. 133. Ariftol. longa vera. C. B.Pin.
307. MlLL. Diïï. $ i. Arift. longa. Clus. Hifi. 2. p, 70.
Hisp. 319. Arift, longa Hispanica. C . B. Pin. 307. ..
O 2
Deel, VI. stuk.