III.
A fdeel
xx.
H oofdstuk.
Drie-
mannige»
zy geenszins de Cajict van Virgilius kan
zyn: zomin als het Kneoronvan T heophra-
siüSj ’t welk Cajia genoemd was van H y g i-
küs, zo Pljnios verhaalt. De benaaming
van Cajia, Poëtica is derhalve zeer oneigen.
Waarfchynlyker zou dit Gewas de Ofyris kunnen
zyn van Plinius, en daar van is de
Geflagtnaam ontleend.
Men vindt het ook zeer fraay in Afbeelding
gebragt door C l u s i u s , die het in Spanje,
daar men het Guardalobo noemt, op verfchei-
de plaatfen aan de Wegen groeijende waarnam.
Het is een Heelterachtig Gewas van een Elle
hoog, met dunne, taaije, groen-, en fomtyds
ook zwartachtige Rysjes , begroeid met ver-
fpreide fmalle Blaadjes als van ’t Vlaschkruid.
Het draagt Mosachtige groengeele Bloemen,
als die van den Kornoelje-Boom, Pluimswyze
famengehoopt volgens de Afbeelding van C A-
MERARios, D e Vrugten zyn Besfen gelyk
die der Aspergie - Planten , Koraalrood van
Kleur, en bevattende een rond Steentje, met
een witte Pi t , die zoet is , zo wel als het
Vleesch der Bezie, maar de Bloemen zyn wrang
en het Kruid is bitter. Het bloeit in de Zomer;
de Vrugt wordt in Oktober ryp.
In de WyDgaarden van den Berg Libanon is
dit Gewas ook gemeen, wordende aldaar Mack-
mudi en de Besfen Habel mickenes geheten,
-volgens Rauwolf. L oèfling nam in
Spanje waar, dat het een zeer aangenaamen
Reuk
Reuk heeft, welke dik wils de nabuurfchap ver- BI.
vult, inzonderheid van de Mannetjes Heefters xx *
die fterk bloeijen. De Wyfjes zyn, dewyl z y Hoofd-
Meeldraadjes hebben, veeleer Tweeflagtig, dochsTü
zonder de Mannetjes brengen zy geen Vrugten Tr>an ria‘
voort, zegt LrNNiEus,
C A T U R U S.
Die van de Mannelyke Sexe, in dit Geflagt,
hebben geen Kelk maar eene driedeelige Bloem:
die van de Vrouwelyke eeij driedeelige Kelk,
zonder Bloemblaadjes; drie Stylen en brengen
voort een Zaadhuisje van drie Greintjes.
Tvyee Soorten , beiden Indifche Gewasfen,
komen in dit Geflagt voor, als volgt.
( i ) Caturus met hangende Bloem-Aairen in f*
j- . 7 , J Éj | . At-urtiS
ü& \JX6L672o Spiciftvrus*
Aairbioe*
Schoon ’t Grïekfche woord , hier tot een Ge *mige*
flagtnaam gebezigd, volftrekt het zelfde betekent
als Katte-Staart, gelyk R u mp h i u s zegt
dat men dit GevVas in ’t Maleitfch noemt; wegens
de figuur der Bloemen ; gebruik ik nog-
thans die benaaming niet, alzo dezelve by ons
aan andere Gewasfen o f Kruiden gegeven wordt.
Volgens hem gelyken de Bloemen veel naar
n die
C1) Caturus Spicis Axillaribiis fblitariis penduljs. Syst. Nat.
JCII. Gen. ii2o, p, 650. Veg. XIII. p. 739. Acalypha hispida.
Bubm, Ft. Ind. p. 303. T. 61. f. 1. CaudaFeiis.
IV. p. 84. T. 36 & 37, Watta-Taly, Hort,
R.UJV.FH.
Mal v