Hl. hadt. De door zyn Ed. aangehaalde Bere-
xvilt. Conyza van S e b a heeft , volgens de Afbeel-
Hoofd- ding , weezentlyk den Kelk .eenbladig; doch
S™ K‘^ de Bladen zyn meer overeenkomltig met de
Rang' ‘ voorgaande van C o m m e l y n . Volgens Volc-
kamer zou dit Gewas wel twee j en door den
tyd meer Ellen hoog groeijen; te wee ten zy-
ne groote; want de kleine, die het Loof fyn.
als Venkelbladen h e e ft, fchynt daar van "te
verfchillen. Nogthans is het de, Afbeelding
daar van, die B e r g i u s bedoelt, zeggende
dat de Vinnetjes o f Snipperingen. der Bladen
Draadachtig dun zyn.
o tb onna Othonna met Ae onderfte Bladen Lancet-
Cortntpi. vormig onverdeeld, de bovenjlen Tands-
Herts- wyze uitgehoekt.
h«ornbla. „
dige. De Heefterachtige Afrikaanfche Jacobaja ,
met-Bladen die naar Herts - Hoornen gelyken *
van C o.m m e l y n , is deeze, insgclyks in onze
Akademie-Tuinen bekend. Dezelve heeft
een Stammetje fomtyds een Voet hoog, met
lange Takken,; de Bladen een Duim lang,
van boven Afchgraauw, van onderen Wollig 1 .
de Bloemen geel en daar op volgen Zaaden
met Pluis gekroond.
(6) Ot-
(5) Ot bonna Tol infimis Lanceolatis integerrimis, fuperio.
ilbus finuato«dentatis. H. Clif. 419. R. Lugdb. 179. Jacobs
Afiicana Frufescens Coiouopi folio, Comm. Hart, p. 139. V,
70. Raj. Suppl, 173.
S y N G E N E S I A. 141
(<5) Othonna met Lancetvormige, drieribbige, III.
effcnrandige Zaaden, de Steng laag Hee- xvm “
H er achtig kruipende. H oofd-
J 0 STUK.
’t Gewas van deeze beftaat uit kleine groe- vr.
ne, leggende, enkelde Takjes, met drieribbige
Sappige Blaadjes, alles Zeegroen en de Bloe-smaibiacH-
men geel, wier Steeltjes lang, van boven verdikt
en Pypachtig zyn , de Kelken meest in
vyven of zesfen gedeeld. Het Zaadkuifje is
wit en lang. Het bloeit byna het geheele
Jaar , doch brengt in Europa , gelyk veeïe
anderen, geen typ Zaad voort» Dus befchryft
de Heer G o u a n deeze Soort, die in de Ko*
Dinglyke Tuin te Montpellier overwinterde
in de open Lugt. De aangehaalde Afrikaanfe
Heefterachtige geele Afler met Bladen van Thy-
meléa, van R a y , fchynt veel flerker van Gewas
te zyn.
f7 ) Othonna met Lancetvormige, effenrandige ,
V' ^ . Til J AC*
•667tig6T1fl&Clt6 JjlUuBTl 3 UB oïtfTZgDikbladj.*
regtopjlaande. £ *
Deeze gelykt veel naar de voorgaande , maar
groeit vier Voeten hoog en ftaat regt overend,
zegt L i n n ^ os. (8) 0t>
(<S) Othonna Fol. Lanceolatis trinerviis ïntegerrimis , Caule
Suffruticofo repente. R. Lagdb. 179. Do HAM. Arbr. II. p .94*
f . 17. Gouan Mor.sp 464. After Fruticofiis Africanus luteiis,
Jol. Thymelacs, Raj. Suppl. 167. Miix. U. 245* I*
(7) Othonna Fol. Lanceolatis iirtegerrimisfubcarnolis , Caule
er?£to. Mant. 118. H. CU ff, 419. R. Lugdb, 179. Mi'Lh. l(.
16$. T. 24S. fl
i , deel, VI* Stuk*