Zfdeel. Rus5aDd'en ’c Ryk van Cafan, zegt hy, gemeen
xix. In de Bosfchen en Haagen van Sweeden,
Hoofd» Engeland en Duitschland, is het Gewas ook
overvloedig\ d0ch nergens gemeencr, zo ’t
tige, Ichyntj dan in de Eliaz, aan den Ryn, en in
Switzerland. Men vindt het by ons, in veele
Bosfchen van Holland, Gelderland en Overys-
fel, als ook in de Wouden van Vriesland en
elders.
De manier van Groeijing is , in de Wilde en
Tamme, byna de zelfde. Veele taaije ronde
Ryzenof Teenen komen uit eenen Wortel voort,
en maaken dus opgroeijende een Bosfchagie,
dikwils meer dan eens Mans langte hoog. Op
die wyze vindt men ’t Gewas der Hazelaaren in
’t Kreupelbofch, in Haagen, en ook dikwils aan
de Slootkanten van Plantagiën, aan de Oevers
van Beeken en Rfoeraslen j want zy beminnen
vogtige plaatfen. De Bladen zyn in de Wilden
kleiner, de Nooten ronder en zitten in de Hul-
fen niet verborgen,, groeijende by dikke Droppen
, fomtyds van tien o f meer witachtige Nootjes
, waar van echter veelen misdraagen en ledige
Doppen, zonder Pitten, zyn. Het zonderlinge,
dat in de Vrugtmaaking van dit Gewas
plaats heeft, is door den Kruidkundigen Doktor
Mappus, in de Elfaz, aldus waargenomen.
„ Kort na dat de Vrugten afgevallen zyn,
5, zegt hy , in de Maanden September en Ok-
„ tober naamelyk, komen de Katten voort,
, , die geduurende den Winter aangroeijen, en
a om-
, pmtïent het end van February o f in Maart UI.
. geel worden, open barften, en een overvloed A
van bleek geel Stof in de Lugt verfpreiden. Hoofd-
„ Op den zelfden tyd, en dus by de twee Maan-STÜK*
„ den voor de Biadfchieting, ja het eerste van drfa[ 'J*n'
, , alle de Bloemen der Boomen, openbaart zig
,, zig de Vrouwelyke Bloesfem,op andere plaat-
„ fen van de zelfde Takken, zynde Vrugtbe-
„ ginzekjes met bevallig roode Krulletjes, die
„ voor Stylen o f Buisjes verürekken aan de te-
„ dere Schepzeltjes. Als deeze door het Stuif-
„ meel der Katten genoegzaam bevrugt zyn ,
„ verdwynen de Krulletjes o f verflenzen, en
,, dan groeijen de Vrugtbeginzeltjes allengs aan.
, , Uit derzelver menigte wordt een rykelyke
„ Oogfl: voorfpeld (*).”
De vermaarde Heer, Doktor S co p o l i , in
Karniolie, alwaar men ’t Gewas, groeijende in
dat Land overal aan den voet der Bergen, Les-
nik noemt, de . Hazelaars waarneemende ,
fchryft ’er dit volgende van. ,, De Mannetjes-
,. Kat komt voor de Bladen, hebbende de vyf
,, o f zes laagfte Schubben Bloemloos. De Wyf-
,, jes-Bloem , onder de Mannetjes geplaatst,
,, heeft van zes tot twaalf ongefteelde Vrugtbe-
„ ginzels, die rondachtig zyn , wier paarfche
„ Stylen dan eerst zig openbaaren , wanneer
„ de Meelknopjes het Stuifmeel hebben uitge-
„ worpen. Jk telde op éénen Boom meer dan
drie-
(*) JVIAffi Hijl. Plant. J ttp tt. Argcntor. 3i A^ft. 1742,
II. d eu .. v i , stuk«