1 rtv-f ' ■ fmI l s i s l
]I .VH.tA Rij
mm
i ü ?
zm
A fdeel v00r^c ^ n‘ ^an hier geen plaats vinden ,
xviL 0m ^at Kelkjes eenbloemig zyn in deeze
Hoofd- Soort, maakende met elkander een Hoofd ie
«•rnrtr . , . . •*
STUK.
Ztiie
Rang.
uit, aan t end der Takken, die verdraaid en
bogtig zyn, of krom, met Afchkleurige ftom-
peBlaadjes,welke,volgens de bepaaling, Schub-
acbtïg op elkander leggen. Van waar het den
bynaam van bruin heeft , is my onbekend.
Selipham ) Seriphium met Elsvormige verdraaide
Gnaphatoi- Blaadjes. als afwykende Schubben.
J.
Rondhoof
dig. Deeze van B e r g i u s , door den Ridder
aangehaald, heeft een Heefterachtig bruin, rond,
Stengetje, van een Span h oog, met veele
Kranswyze gryze Takjes ; de Blaadjes ver-
ftrooid, Elsvormig met een fpitfe fcheeve Punt
en grys , van boven met een witte Wollige
Streep, van onderen verhevènrond en groenachtig,
ongefteeld, een Lyn lang, verdraaid. De
Bloemen maaken Hoofdjes uit aan ’t end der
Takjes, die eenzaam , ongefteeld en rondachtig
zyn , van grootte als een groote Erwt, Eenige
Blaadjes, even als die aan de Takjes zitten ge-
fatzoeneerd , bekleeden het Bloemhoofdje, dat
half
( f ) Seriphium Fol, Subulatis tortis, imbricato - patulls» Stc*-
beCapitata BIBG. Cap. 3 3*. Mant. ♦ «!. Abrotanoides Afri-
cana Foliis Argenreis minoribus Se brevisfimis , Floribus in
Spicas breves congeftis. IUj. Suppl. 233. Tamarisciis Eticoides
ïolioüs incanis ^thiopicus, Gapitulis pmpureis in fiunmitatc
globofis, FLUS. Muit, 178.
half Klootrond is, beftaande uit dergelyke ge- HL
fchubde Blommetjes als in de.laatfte Soort van XVIU ’
Stebe , zynde voor ’t overige van de gewoone Hoofd-
hoedanigheid der Tweeflagtigen in deeze Klas-
fe. Het Vrugtbeginzel is langwerpig, gekroond Rang.
met een gepluimd Zaadkuifje , van ongevaar
twaalf Straalen , zo lang als het Blommetje,
dat twee Rolronde Stempels, dieoverendftaan,
aan de Punt verdikkende, op den Styl heeft.
T o t deeze Soort fchynt t’huis gebragt te kun-pi.xxxiv.
nen worden , dat Heeftertje uit myne Verza- Fi&-
meling, zo zeer naar de Gnaphalium muricatum,
volgens de Afbeeldingen, gelykende, dat men
het onverhoeds daar toe betrekken zou : (zie
Fig. 3 , op Plaat X X X IV .) Ik heb daar in de
Kenmerken van een gefchubden, rondachtigen,
gekleurden Kelk, tot de Gnapbaliums behooren-
d c, niet kunnen vinden, en, hoewel het niet
volftrekt met de befebryving van B e r g i u s
overeenkomt, zal het nogthans nergens beter
dan hier voegen.
’t Gewas heeft bruine Stengetjes, waar aan
wyd gemikte gegaffelde, Wollig witte, Takjes
voortkomen, die bezet zyn met Els vormig
fpitfe, ftekelige , en weezentlyk, verdraaide o f
omgekeerde Blaadjes , van een vierde Duims
lang, ftaande meest nederwaardt geftrekt aan
de Takjes en in de Wollige Oxelen tropjes
van zeer kleine fpitfe Blaadjes hebbende. De
Kleur deezer Blaadjes is groen; zy zyn glad
en Priemswys’ rondachtig, doch hebben een
L 3 W ok