g Y N G E N E Ï S l A . 45
opftaande , flyve , witachtige gepluimde H e e - ^ ,
lier met zeer kleine fmalle Blaadjes^ die van xvxi.
boven Wollig en plat , van onderen rondach- Hoofd.
tig en naakt zyn. De Pluim is uit zeer vee* ^
le Trosfen famengeileld , met ongeheelde ,
Eyronde Schubbetjes en Wollige Bloemen,
die de onderfte Schub naakt hebben.
Tot deeze Soort behoort zekerlyk dat Kaap- ^ xxx.
heb, zynde één daar van , gedeeltelyk, hier
nevens afgebeeld. Hetzelve fchynt ook overeen
te komen met den Mosachtigen Heefter
van den geleerden . B r e y n doch waar van
alleen een Tak door hem in Plaat gebragtis,
zonder Bloem of Zaad ( f j . Hy zegt ’er van ,
dat het een Boomachtigè Heefter is , met wit
Hout, zeer zeldzaam , als met Afch beftoo-
ven, hebbende menigvuldige flyve en verfchei-
delyk gemikte Takken , .welke verfierd zyn met
kleine Mosachtige Blaadjes , die aan de groo-
tere Sterswyze geplaatst zyn , aan de kleine
Takjes digter en meer gekruld , byna gelyk de
Blaadjes in de Wyfjes Averoon , die men
Tuin - Cypres noemt , zynde thans de eerfte
Soort van Santolina. Op dërgelyke manier is
in de myne de gefleldheid der Blaadjes , die
ook van boven Wollig en plat, van onderen
rondachtig zyn , gelyk onze Ridder van deeze
Soort
( t ) Frutex Cineraceus muscofus Cap, Bon. Spei. Breyn
Cent. p. i* . T. i i .
II» DEEJL, Vit $IU&,