Afdeel/ ” Myrten gelykende- In de Maand September
xx. ‘h> komen uit de toppen der Takken kleine
H oofd- „ ronde groenachtige Knopjes , van onderen
„ met eene eenbladige bleek groene Bloem
fige, >> L°* KelkJ ) die in zes kleine Tandjes ver-
» decdd is , bekleed , welke verllenzende de
a, Knopjes veranderen in Kogelronde fchoon
« roode Vrugten, naar de Besfen van de As-
3, pergies zweemende. Deeze bevatten, onder
s, een dun Huidje , in, weinig Vleefcb , een
j, enkele, ronde, harde, bleeke Pit. Het geeft
„ van onderen veelelange, witte, Vezel-Wor-
„ telen, als die der Aspergies, uiteenenKnob-
„ beligen Stoel.” >
De Vrugt is derhalve eenzaadigen de Bloem
tweeflagtig* maar hoe de Kelk en Bloemkrans
hier vereenigd kunnen zyn tot een Vleezig Lig-
haam; terwyl die van dit Geflagt geen Bloemkrans
(Corolla) gezegd worden te hebben , is
my duifter. .
C L O T I A.
De Rang der Manwyvigen levert bok maar
één Geflagt van Tweehuizigen uit, naamelyk
dit, ’t welk ter eere van de Kruidkenners Clu-
t i u s ., in ’t Neerduitfch K l u i t , Vader en
Zoon , wien de Leidfe Akademie-Tuin zyne
opkomst grootendeels te danken heeft, is benoemd.
De Kenmerken zyn, dat de Kelk en Bloem
vyfbladïg is , bevattende in de Wyfjes drie
Sty-
Stylen, en de Vrugt een driehokkig Zaadhuisje Afde;u
met enkelde Zaaden. xx.
Zeven Soorten ; die altemaal Heefterachtig
en meest, van de Kaap afkomftig zyn, komen
thans in hetzelve voor; naamelyk.
(T) Clutia met ongefieelde ƒ’mal Lancetvormi- ciuJ ‘Al^
se Bladen en eenzaame opjiaande Bloemen, umoides. ° ' Smalbla-
Het Afrikaanfche Gewas, naar den AlaternusdlSe‘
gelykende , met Bladen van de zogenaamde
Hemellleutels, door Gommelvn afgebeeld9
behoort tot: deeze Soort. Hetzelve was uit
Zaad in" de Amtterdamfe Kruidtuin geteeld ,
hebbende een Stam van anderhalf Voet hoog ,
bezet met ongedeelde Sappige Bladen, die volgens
de Afbeelding taamelyk Lancetvormig waren,
en wat famentrekkende van Smaak. Uit
derzelver Oxelen kwamen kleine Steeltjes voort,
met een Bloempje in vyven gedeeld , uit een
vyfbladigen Kelk, behalve de Meeldraadjes met
geele Topjes, een Styl hebbende, die aan den
top gekroond was met.vyf geele Draadjes. Zie
daar de reden, dat dit Gewas Manwyvig ge- .
noemd
{1) Clutia Tol. fubièsfilibus Lineari Lanceolatis, Flor. fo-
ütariis « e è i* .-5y«; Nat. XII. Gen. n+o. p. 66*,
XUI. p. 7Si. N. Clif. joo. R. Lugdb. 203. Croton FoL
Lineari. Lanceolatis, H. Cliff. +44- £ *» . T.thymalus Arboicus
étc. Pl '7k . Phyt. 230. f. 1. Chainslea Fol. oblongis &c.
BURM. ~*fr- 1'«* T. 43- f. i. Alaternoides Afr. Telephü
gplio. COMM Hort. II. p. 3, T, a,
ii. nssi,, VI. stuk*