III. te z y n ; ’t welk de onderfcheiding duifter doet
AFxxEL' VOOI'koraeD.
btuk!** (7) Struik-Winde met een gedoomde ronde
vu. Steng; de Bladen ongedoornd, Lancetvor•
Smilax mie? Eirond* drie-Ribbig. JLau-nfoua* o j * vj
Laurier-
S>iadige. Deeze heeft de Bladen dikker dan eenige
andere Soort, en van figuur als Laurierbladen,
draagende zwarte Besfen. Het Gewas , dat
zyne Stengen met zeer ityve Doornen gewapend
heeft, is altoos groen en hier door (trekt
hetzelve, ’s Winters, tot befchutting voor het
V e e , klimmende wel tot zestien Voeten hoog -
te by het Geboomte op. Sommig Gevogelte
aast op deszelfs Besfen. De Groeiplaats is in
Virgiuie en Karolina.
vin.
Smilax
'Tamnoidts.
Veeliib*
bige.
(8) Struik - Winde met een gedoomde ronde
Steng ; de Bladen ongedoornd , Hartyor-
mig, langwerpige zevenribbig.
In de voorgaande was maar éene Rib, door
*t midden loopende, volgens C a t e s b y , doch
dit getal is wat onzeker, zo ’t fchynt, en onbehendig.
Men kan deeze ten minde Zevenribbig
(7) Smilax Caul. acul. tereti, Fol. inermibus ovato-lanceo-
lati* trinetviis. Gron. Virg. 193; 1 $6. Smil. la:vis Lauri*
folia Baccis nigtis. Cat. Carol. I. p. T. 15. Sel. Vog. I. D.
p. 14. T. 30. China altera aculeata &c. Peum. Ic, gj,
( i j Smilax Caul. acul. ter. Fol. inerm. Cord, oblongis iêp-
téinnervlis. Smilax Bryonia: Fol. Caule fpinofo, Baccis nigtis»
C at. Car. I. p. T. Si, SEL. Vog, II, D, p. 3. T. 4.
HHHBI
ribbig noemen , volgens de Afbeelding van
dien zelfden Autheur, welke aanmerkt, dat xxf
het Gewas met Stengen, zo dik als een Rot- Hooed-
ting, twintig Voeten hoog, over de nabuurige
Heellers en Boomen heen kruipt. Het draagt dru.
groote Trosfen van zwartachtige roride Besfen
, die aan Steden hangen. De Wortel i£
Knobbelig ên wordt door ’t droogen zo hard
als Hout. De Ingezetenen van Karolina koo-
kèn ’er Dranken van, tot Blóedzuivering, eri
noemen het China-Wortel. De Groeiplaats U
ook in Virginie en Penfylvanie. De bynaani
duidt aan , dat de Bladen naar die van deh
Zwarten Wilden Wyngaafd gelyken.
Struik-Winde met een gedoomde ronde ix.
Steng ; de Bladen ongedoornd , Eyrond , cadZaf'
drieribbig. rente?***’
De Heer K a l m vondt deeze in Kanada.
Z y verfchilt van de anderen, zo door het jaar-
lyks afvallen der Bladen, als doordien de Kroontjes
op korte Steeltjes onder de Bladen voortkomen.
Het eerstgemelde zou kunnen veroir-
zaakt worden door het Klimaat.
( io ) Struik-Winde met een ongedoornde hoe- x.
lino Smilax o*' BoKa N0X4
(9) Smilax Caul. acul. ter. Fol. inermibus, ovatis, tri-
nerviis.
( r o) Smilax Caule inermï ancrulato, Foliis ciüato-aculeatis.
Smilax aspera Ind. Occid. C, B. Pin 29«, smil. Fol. latisin
margine (pinotis, item Smil.- Caroliniana Stip, quadrato lcftf
&c. Plak• Alm, 34*- T. m . f. 1 Sc 3.
II» DIRL. VI. STUK»