Hl.
ÄFDEEL,
XIX.
Hoofdstuk.
E%k.d~
kroederigc.
tl.
Crotött
Caicarilla,
Kaskarüla.
Bladen , die geheel geel zyn. De Bloemen
zo wel als de Vrugten, komen aan lange Risten
of Aairen voort. De Bladen zyn tot
Moes niet onbekwaam, bevattende een Wey-
aehtig Sap , dat uit de afgebrokene Steelen
druipt.
(2) Cfoton met J'pits Lancetvormige, effen-
randige , gefieelde Bladen, die van onderen
Wollig zyn ; de Steng Boomachtig.
Deeze Heefter , door C a t e s b y overvloedig
op de Bahama - Eilanden gevonden en van
hem Ricinoides met Bladen van den Olyf- Wilg
genaamd , groeit zelden ter hoogte van tien
Voeten en heeft langwerpige fmalle gelpitfte
bleekgroene Bladen. Dezelve geeft aan ’t end
der Takken , uit zekere Kelkjes , kleine zes-
BJadige witachtige Bloempjes, met geel c Meel-
knopjes. Hy draagt witachtig groene Besfen,
in drie Huisjes , van grootte als een E r w t ,
gêfcheiden , welke ieder een zwart Zaad bevatten.
Het zoude , volgens hem , *t Gewas
zyn , dat de zo bekende Ctrtex Cascarilla uitlevert,
welke ons uit Peru toegevoerd wordt,
val-
(z ) Cfoton Fol. Lanceol. acutis, integr. petiolatis , fub-
tös tornentofis, Caule Arboreo. Am, Acad, V. p. +11. Crown
ere&ura glabmtn &c. Brown. Jam. 3+7- Ricinoides
Elxagni folio. Catess Car. II. p. 4C, T . 4«. Plum. Sp.
20. Ie. 240. f. i. Ricino nffinis odorifera Fruticbfk major,
Rosmarin! folio , Fr. 'tricocco albido. S10AN. Jam. 44.
H if i. I. p. 133. T, sc. f, i. Cascarilla Mat. M e i-, 47°*
\
vallende des Boomachtiger in Zuid-Amerika
dan op de gedagte Eilanden. . *«x.
Deeze Bast , die in de Winkels ook Choco, Hoofd-
tilla en Cortex Eleutherii genoemd werdt, is. ^
voor een Basterd - Soort van Kina gehouden ieiphia.
geweest. De Hoogleeraar S t i s s e r u s heeft
’e r , allereerst, gewag van gemaakt, in *t laatst
van de Voorgaande Eeuw, Hy hadt er iets
van bekomen door een Heer uit Engèland s
die hem verhaalde, dat men aldaar bét Schraapsel
daar van onder den Tabak mengde, om
’e r , in ’.t rooken , e,en aangenaamen Geur aan
te geevem Deeze Baèt , raamelyk, heeft dit
bvzondersj dat hy , verbrand wordende, een
gens ontving hy dien ook van een voornaam
Koopman te Amfterdam , met geen melding
van eenig andèr gebruik. Naderhand is deeze
Bast in Duitfchland uitgevent geworden als eerï
Koortsmiddel ; doch, hoewel ’er een aanmer-
kélyke verllerkende , de Geeiten opwekkende
èh Zweetdryvende hoedanigheid in heerfcht,
en hy derhalve in fommige Epidemifche Ziekten
, die uit verflapping en Slymigheid der
Vogten ontdaan , dienftig bevonden z y , kan
men hem echter, in geenen deele, met dé
Kina gelyk dellen. In Borstkwaalen is deeze
Bast, tot verzagting en om de uitloozing te
bevorderen, van S t a h u ü s zeer aangepiee-
zcn. Het voornaam (te en weezentlykde gebruik
heeft ’er men van tegen den Buikloop, inzonder