HI, Deeze Soort is de eerfte der Europifcheß
AxviiL on^er dg Gnaphaliums, Z y maakt niet de ge-
Hoofd woone Stéchas ui t , welke tot het Gellagt van
stuk. Lavéndel behoort en reeds door my befchree-
R ‘ ven i s f ; maar een byzonder Gewas, wegens
Tv. ST!K,zyne Goüdgleurige Toppen Chryficome en ge-
* ' a4' fneenlyk Stoechas citrina genoemd wordende ,
’ t welk men ook onder de Elkhryfa geteld heeft.
Het groeit natuurlyk in Duitfchland, Vrankryk,
Spanje en het Ooften, op drooge Heuvelen, zo
de Ridder zegt. In óns Land valt een laage ,
Kruidige Sooft, welke ’ei veel naargeiykt. Het
wordt door zyne Smalbladigheid onderfcheiden,
en in Languedok V Immortelle jaune des J ar dinier
s , dat is de Geele onverganglyke bloem
der Tuinlieden, getyteld, zo G ou an fchryft.
Sommigen by ons noemen het Sauveto zegt G a-
iudeix , die getuigt,- dat het op de- Heuvelen
omftreeks A ix , en door geheel Provence, zeer
gemeen is. Zelfs in de Elfaz komt het voor,
volgens Doktor M a p p ü s , daar men het Rein-
blümen noemt o f Immerfchön, dat is Altydfchoon.
De Bloemen hebben een aangenaamen Reuk en
zyn als Geneesmiddelen aangepreezen. Het
groeit naauwlyks een Voet hoog, en heeft fmal-
lc Blaadjes , die zó Wel als de Stengen Wollig
rymbo compofito. H. Gliffl 401. H. Ups,2s6, Gouan. Monsp.
435. Elichryfum f. Stoechas citrina anguftifolia, C. B. Pin,
i«4. Helichryfum f. Chryfocoma anguftifolia vulgaris. MoHiS.
Hiß, III. p. 401. S. 7. T. II, f. 7, Chryfocoma f. Stoechas
citrina minor. Bark. Uon. 410, 409, 27g, Stoechas citrina.
DOD. Pempt. 26S. TOUBN. lnfl. 452«
Hg zyn j met losfe Bloemkroon tjes op den HL
Tnn Afdeel. 1
x F* XVII.
(12 ) Droogbloem, die Heef ter achtig i s , met stuk. ’
bynu Lancetvormige, Wollige, ongefteelde xu.
Bladen en overhoekfe ronde Bloemtuütjes,
de Bloemen Klootrond. cens-
Vuurkleu-
Vuurkleurig noemt men een Verw, die uit”®*
het geele naar ’t roode trekt. Het Elichryfum
van B o e r h a a v e , met een bevallig roode
Kleur der Bloemen , wordt hier t’huis gebragt
door den Ridder , die de Groeiplaats onzeker
ftelde. De volgende zyn wederom tvan de
Kaap afkomftig.
( J3) Droogbloem, die Heefterachtig is , met xrrr.
Wigvormige, getande, ongefteelde Bladen,GcmdT
en een enkelde Bloemtuil.
Dit is een klein Kaapfch Gewas , geheel
grys, met drietandige dikke geaderde Bladen en
langwerpige Bloemhoofdjes , van eene Goud-
glanzige Kleur.
(14) Droog-
(12) Gnapbalium Prut. Fol. fublanceolatis tomentofis fesfili-
bus, Corymb. alternis conglobatis, Flor, globofis. R. Lugdbat,
149. Elichryfum Flore ftjave - rubente. Boebh, Lugdbat. I. p.
120.
(13) Gnapbalium Frut. Fol. Cuneifbrmibus dentatis fesfi-
libus, Corymbo fimplici. It. Lugdb, 151. Coma Aureaincana,
Fol, obtulis tridentatis, Gapitulis oblongfs, Burm. Afr, igj.
T. 6g, f, 3.