III. haare Lymerigheid aan ’t Gedarmte kleeven en
dus gevaarlyke Ontfteekingen en Bloedloop ver-
H oofd- oirzaaken kunnen (*). Men maakte ’er eertyds
s tu k . Vogel-Lym van; doch heden wordt dat van den
* ir. D. Bast van Hulst bereid *. Sommige Vogels zyn
IJ' iJJ.K ’er byzonder gretig naar en hier van voert de
grootfte Soort van Lyfteren den bynaam ( f ) .
C a m e r a r i u s geeft, behalve een fraaije
Afbeelding der gewoone Marentakken, ook die
* viscumvan eene Soort, welke hy veelbesfig noemt * ,
fnijcocccH Gm t|aC ’er aan dezelve veel meer dan drie, ja
een menigte van Besfen, aati tropjes voortkomen.
Door H a l l e r wordt dezelve ook aangehaald
en t’huis gehragt tot de getroste Marentakken
van C. B a d h i n ü s , die in Swit-
zerland, doch zeldzaam, gevonden waren, komende
het Gewas, in alle andere opzigten, met
het gewoone overeen. Het zal derhalve eene
fpeeling der Natuur, o f eene loutere Verfchei-
denheid zyn; gelykerwys die Marentakken met
roode of paarfchachtige Besfen, welken C l u-
s i us in Spanje op de Olyfboomen waarnam ,
dezelven grootëlyks benadeelende en een plaag
der Boeren ; dewyl het dikwils deeze Boomen
kwynen doet en dus onvrugtbaar maakt: Moog-
lyk hangt die verandering van Kleur van het
voedend Sap der Boomen af: want B e l l o -
n i o s fchryft, dat op de Olyfboomen , omftreeks
(*) Nucleus Belg. Mat. Med. p. 307.
( I ) Turdus Viscivorus, Zie deeze Nat, Hifi. I, f), V„
ST, bl. 48Z.
ftreeks Jerufalem, ook Marentakken groeijen, HL
met roode Besfen.
Hoofxh
fa ) Marentakken met Jlomp Lancetvormige stuk.
Bladen en •zydelingfe Aairen. ïr.
f'iscum
Het laatstgemelde geeft den 'byiiaam aan deeH^ode,
z e , dië echter eè'h byzonde'rë Soort is , dewyl
de Bloemtropjes, die onze Ridder Aaireh nöemt,
'niet in de Mikjes, maar op dé fcyden der Takken
'voortkomen. Z y groeit ook öp dè Booftien ,
maar in Karolina aan de Klist Van Noord-
Amerika.
(3) Marentakken met jlomp Ey ronde Bladen uien
zy deling je Trösfen. purpureun.
Breedbia-
Deeze heeft de Bladen breeder en paarfchedlg<ï*
Besfen die gedeeld zyh, vólgens C a t é s b y ,
komende ook in Karolina op de Boomeh voor,
ëh hier worden dë Marentakken van PLumier,
met Snëeuw-'Witte getroste Besfen ën geele
Blaadjes als vah Palm, t’huis gebragt, als welke
de Besfen ook fomtyds paarfch hebben ,gelyk
de andere Soorten.
(4) Ma-
(2) Viscum Fol. Lanceolatis obtuGs, Spicis lateralibus.
Viscuai Fol. longioribus Baccis rubris. Catesb. Car, II. p.
SI. T. 81.
( l ) Viscum Fol. obovatis , Racernis lateralibus. Viscum
Tol. latioribus, Baccis purpufeis , Fedicalis infidentibus. Ca-
'tX&B. Cdr. II. p. 95- T. 95. fi, Viscum Baccis niveis Race»
'itfófis-,-Fol. Btixi luteis, PLUM. Sp. 17. Ie. i j s , f. 3,
¥
u. DMU VI. STUJ5,