III.
178 MANWYV IG f lÖEESTÏRI ,
De Kleur der Bloemen geeft den bynaam
aan deeze, welke eehter by C a t e s s Iy ,onder
den naam van Granadilla met drieribbige- Sal-
faparille - Bladen,, purpere Bloemen en een blaau-
'.we Olyfachtige Vru gt, is voorge field, Die
Bloemen zyn by anderen misfchien door de
verfchillende Groeiplaats , als' Vuurldeurig o f
rosgeel beifhrpeyen.; ’t Gewas Jhjeeft BJadpn
als van de Kappers., dik en f iy f : de Bloemen
gaan ’s avonds open: hetHonigbakje is Saffraankleurig
5
Afdeel
xViii.>
H oofd •
STUK.
Vyfman.
*e*
IV.
Pasfiflora
'TUUfolia.
Lindebla-
dige.
, zeer kort en geflooten : de Stamper
uitermaate lang. Het groeit op de Bahama-
Eilanden.
(4) Pasfiebloem met onverdeelde Hartvormige
effenreindige Bladen; de Bladjleelen onge-
, klierd.
Pater F EUi t L é E vondt dit Gewas in de
Tuinen en op verfcheide andere plaatfen der
Valey van Lima in Peru. Hy is de eepjgfte
van wien men eene befchryving van hetzelve
heeft. De Stam , omtrent een half Duim dik,
verdeelt zig in verfcheide dunne Ranken, die
met haare Klaauwieren langs de; Boomen klauteren,
De Bladen, die ongeyaar v y f Duimen
lang zyn en vier Duimen breed, hebben Stee-
lèn van twee Duimen en de figuur is byna als
die der Linden. Ook zynze dun en wederzyds
bly-
(+) Pas ft flora Fol* in d iv , Cordatis integerrimis , Petiolis
acqualibus. Am. Acad, I . p. 2 19 . f . 4. Granadilla P om ife ia
T i l i s fo lio . F e o i u .. Peruv, I I , p . 73 0 , T . 12.
G Y N A N D R I A , 1 7 9
blf - groen. De Bloem koftit met die van de III.
andere Soorten overeen j dan dat haare Kroon xvmL’
Karmofyn - rood is , met een witten Band offiooFD-
Ring. De Vrugt is rond, derdhalf Duim dik , STUK-
rood en geel van buiten, wit Van binnen, en, j / j * 1**'
binnen een vry dikke Schil, vol van een Wa-
terige zelfftandigheid, die zoet van Smaak is ,
doch gemengd met eehe menigte Korreltjes van
het Zaad. Hier uit ziet mën dat die Vrugt de
grootte van een taamelyken Appel heeft,
f 5) Pasfiebloem met onverdeelde, Hartvor- v.
mlg langwerpige effenrandige Bladen ; -de PMaUfor.
Bladlteelen mét twee Klieren ; de Om-™is- ,,
, , , , , , Appeldraa- wmdzels onverdeeld. gende.
De Vrugt van deeze is eïgentlyk, door den
jngedrukten Navel, Appelvormig, gclyk dezelve
van P T. TT ivf t e r genoemd wordt. De Bloem
komt, in Kleur, Reuk, maakzel en kleinte, met
die van de Twee - en - twintiglle Soort overeen.
De Bladen zyn een half Voet läng, ’t Gewas
groeit' op St. Domingo en hét Schildpadden Eiland.
(6) Pasfiebloem met onverdeelde , byna Hart- vr.
P ■asftfiorti
^■ Q_uiLn.
guiaris.
(5) Paififlora Fel. iridiv. Cordato ■ oblongis ïntegerrirms ,'v'ierhoeki.
Petiolis biglaridulófis ; inyolucris inregérriiiiis, Am. A'cad'. r.ge.
p. i i o , f. s. R Lugdb. 26I. Clematis Indica latifolia, Flore
clavato, Fruttu Malifortni. PlUM. Amtr. 67. T. 82. Raj,
Suppl. 34°*
(6) Pasflflora Fol. indiv. fubcordatis integerrimis, Petiolis
M a
M. D SB L . V I . S ïU K ,