nog voor den geest staan, togten als naar Valkeveen in het Gooi,
naar de kasteelen Wijchen, Hernen, Door'nenburg bij Nijmegen, Rechteren
en Eerde boven Zwolle, naar Hulshorst, Essenburg,*Staverden
en eenige bosschen op de Yeluwe1, naar Rijswijk en Voorburg bij den Haag,
naar Heemstede, Houten, Schalkwijk boven Utrecht, naar Waardenburg
en Zalt-Bommel, naar de Noordzee-eilanden, naar de omstreken van
Arnhem of van Breda, waar nog wel ’t een en ander, vroeger niet
vermeld, is te bezoeken, in den omtrek van Haarlem, waar de schrijver
thans zijn woonplaats heeft en nog keer op keer zooveel schoons mag
vinden, aan niet allen, niet velen misschien, bekend. En wat hier niet,
genoemd wordt is daarom nog niet buitengesloten.
Wenken en aanwijzingen van belangstellenden blijven welkom en
zullen, zoo mogelijk, ter harte worden genomen. Wij hopen met trouw
en naauwgezetheid weér te geven wat wij zien en Klijkt het ons , dat
de voortzetting onzer wandelingen goedkeuring vindt, ’t zou ons aan-
genaam wezen ook als een bewijs, dat men nog wel gaarne het een
en ander hooren wil van het goede land onzer inwoning, want
zooals Heer Peter wijselijk dpmerkt,— "
sde liefde tot zijn land is ieder aangeboren” .
.,J. CRAANDIJK.
P. A. SCHIPPERUS.
1 Ook naar Valkeveen en de Veluwscbe bosschen en landgoederen, boven genoemd,
zijn reeds wandelingen gedaan.
DE V U U R S G H E ,
’t Is een heerlijke zomermiddag in de eerste helft der rijke
Julijmaand. In de. bosschen, op de veklen staat alles in vollen
dos. Lente en voorzomer waren koel en lcalm. Het loof, nog niet
door zomergloed verschroeid of door stormen geteisterd, is vol en
frisch, ook heeft er de • rups zijn verwoestingen niet aangerigt.
Groen is het gras, niet enkel in de lagere streken, maar ook op
de hooge, drooge gronden is het nog niet dor en bruin gebrand.
Het koren begint te rijpen, de boekweit gaat bloeijen, de erica’s
der heide vertoonen haar zachtroode klokjes, de wilde bloemen''
längs wegen en akkers prijken in weelderigen overvloed. De
buitenplaatsen en optrekjes zijn bewoond, met de kleurrijkste
kweekelingen van den tuinbaas gesierd. Smaakvolle equipages
rollen längs de bescbaduwde heirbanen, en in bet lommer blinken
de ligte zomertoiletjes van lezende, wandelende of balspelende
jonkvrouwen. De ge.uren van bet hooiland vervullen de lucht,
t Is overal weelde, leven, vrolijkheid, — weelde, door den
rijke duur betaald, door den ärmste kosteloos te genieten, haar
lieerlijkheid ontplooijend voor het eenvoudige burgergezin uit onze
steden, als het gezond van voet en longen, met open oog en
hart voor de natuur, in ’t bezit van enkele guldens voor reis- en