diie zijden de groote, hier cn daar met boomgroepen versierde
wei e tegenover het huis eu tusschen steile, begroeide kanten
vloeit de beek er längs, om even buiten het bosch het rad van
een koren- en oliemolen te drijven. Het molenaarshuis ligt onder
zware beuken aan een’ breeden zandweg, die van hier naar het
dorpje leidt.
Op eenigen afstand hadden wij uit de laan bij de weide het
kerkje gezien. De grintweg naar Loenen, dien wij bij een drie-
hoekig pleintje moeten inslaan, loopt er niet voorbij en wij weten
ook, dat wij volstrekt geen eeuwen oud en om bouwstijl belangrijk
kerkgebouw hebben te wachten. De R. C. kerk, die er eertijds
stond en omstreeks 1845 tot school werd ingerigt, was ook reeds
met veel meer dan een steenen schuur. Het tegenwoordige Pro-
testantsche bedehuis is nog geen dertig jaren oud. Tot 1858 was
de Hervormde gemeente met die van H a l l gecombineerd. Toen
ontvmg zij een zelfstandig bestaan en haar’ eersten eigen leeraar
in Dr. J. G. R. Ac q u o i , thans hoogleeraar te Leiden. Werd
aanvankelijk nog in de nieuwe school de godsdienstoefening ge-
houden, den 44“ Dec. 1859 werd haar kerkje ingewijd.
Onder de R. kerk alhier behoorden de bijkerken te Br umme n
en Ter Horst . Eerbeek verloor de hare, maar te Brummen en
te Loenen werden nieuwe gesticht.
Al is het kerkje van het oude Eerbeek dan ook niet van
belang als een monument uit het grijs vermieden, wij willen er
toch even een’ blik op werpen, en die geringe moeite is ’t ook
met onwaardig, om zijn vriendelijk voorkomen en om de nette
pastone daarnevens, — eertijds de woning van den pastoor, later
van den onderwijzer, die over akkers en weiden een fraai uitzigt
heeft op het heerenhuis en het sehoone bosch van het landgoed.
Naar verdere merkwaardigheden behoeven wij in het dorpje
of in den omtrek niet te zoeken. Behalve het geboomte, zou ’t
voor Eerbeek geen verschil maken, al reikte zijn verled’en niet
langer dan tot 80, in plaats van tot ruim 800 jaren.
Aan den grintweg liggen de meeste huizen. Daar vinden wij
ook de school en een weinig verder het. Station. En over de ruime
velden, die zieh hier uitstrekken, zien wij ook de schoorsteenen
en daken van een paar papierfabrieken, wier oude drijfkracht, het
water, door stoom vervangen werd. De naastbijzijnde, met haar
gebouwen een niet onbelangrijke uitgebreidheid beslaande, is op
de kaart als „het oude klooster” aangewezen. Van een geestelijke
stichting bij Eerbeek schijnt overigens niets bekend en ’t is on-
zeker, waar deze buurt dien naam aan heeft te danken. De hooge
papier-windmolen, die er in 1805 gebouwd was, brandde omstreeks
1862 af en werd toen vervangen door de stoomfabriek,
die door de stoffen, voor de fabricage van grof, gekleurd papier
benoodigd, de sehoone,-liefelijke beek helpt bezoedelen.
Het schijnt ons eerst, dat de winst in tijd belangrijk en ’t verlies
aan natuurschoon niet gröot. zou zijn geweest, wanneer wij tusschen
Eerbeek en Loenen van den spoortrein gebruik hadden kunnen
of willen' maken. Het k u n n e n hangt niet van ons, maar van
de dienstregeling af. Het wi l l en was ditmaal buitengesloten door
den wensch, om eene ons nog gansch onbekende landstreek liever
te doorwandelen, dan in den wagen door te snellen. De weg is
echter tamelijk lang, althans vrij wat langer dan wij gedacht
hadden, en voor een groot deel loopt hij door een groote, een-
toonige vlakte, onbeschut en zonder lommer, kaal en regt. De
landstreek is meest ontgonnen; schrale weiden en magere akkers
breiden zieh doorgaans aan weerskanten uit. Maar ook de dorre
heide, hier en daar met opslag begroeid, ontbreekt er nog niet,
en vooral op eenigen afstand, buiten ’t gebied' der bebouwde
velden, ligt het onafzienbare vale kleed.
’t Is omstreeks drie uur in den middag.en als de zon nog zoo
hoog aan den hemel staat, of zooals im • — op dezen open weg
niet tot ons leedwezen — haar st.ralend aangezigt in een grijzen
wolkensluijer hult, dan rüsten op de heiden de tooverachtige lichtglanzen
en de lange, diepe schaduwen niet;, die hen kunnen tooijen
met zoo wonderbare schoonheid. Ook is de rogge hier reeds ge