en de lange, glooijende Slaperdi jk daar voor ons is nu werke-
lijk een dijk in ongestoorde rast. Maar goede diensten heeft hij
gedaan sedert hij in 1627 werd gelegd, om een groot deel der
läge landen t,e beschermen, als de Velzerdijk voor de wilde golven
was bezweken.
De van onds günstig bekende, onlangs vergroote en meer naar
de eischen des tijds tot zomerverblijf voor fainilien ingerigte herberg
de We im an geeft ons gelegenheid, een oogenblik uit te rüsten,
om ons tot den verderen togt te versterken en inmiddels het oog’
te laten weiden over het ruime, echt Hollandsche landschap, met
al zijn’ eenvoud toch zoo opwekkend en aantrekkelijk. Maar op
den duur wordt. toch de groote groene vlakte eentoonig. Als wij
dan ook het dorp, waarvan het laatste. gedeelte uit eene aan beide
kanten betimmerde straat bestaat, ten einde zijn, verlaten wij-den
straatweg, die ons vooreerst wel meer lommer zou aanbieden, maar,
sinds ook het fraaije Thorn isgesloopt, niet veel zou te zien geven.
Liever slaan wij den grintweg in, aanvankelijk nog tusschen de
huizen, straks längs boerenwoningen, hakhout en bollenvelden voort-
loopend, van waar wij een heerlijk land- en duingezigt genieten. De
weiden nevens ons zijn met bosschen omzoomd en daar boven rijst
en daalt de henvelreeks met zijn blinkende toppen, stralend in de
lentezon. Bosch en duin behoort tot het schoone landgoed Duin-
en Kruidberg, waarop een lange, regte, afgesloten grintweg aan-
schiet. Niet altijd was hier het uitzigt zoo ruim. Het terrein tusschen
het dorp en die laan van Duinenberg was eens bedekt met de
kostbare plantagien en de vorstelijke gebouwen van het prächtige
Velzerhooft-, dat zieh aan den binnenweg van Sandpoort naar
de ruine van Brederode uitstrekte. Volgens de afbeeldingen was
het zonder twijfel een der uitnemendsten onder de talrijke lust-
hoven, die in de vorige eeuw dit oord versierden. Vorstelijk was
het huis, grootsch de aanleg. De smaak dier dagen verloochende
er zieh natuurlijk niet, maar ’t geknutselde en kleingeestige had
er toch blijkbaar maar weinig bedorven. Hoe statig waren de lange,
regte lanen door het digte bosch, längs den zoom der plaats, haar
in de gansche breedte doorsnijdend, van het drietal deftige inrijhekken
aan den weg op de huizinge aanloopend, of de ruime weide
aan den duinkant insluitend. Wat overvloed van heerlijk hout was
er, en zouden wij de geschoren hagen om vijverkom en grasparterres
en voorplein, de starrebosschen en lanen wat stijf hebben geacht,
zoo hoog gegroeid en op zoo breede schaal aangelegd moeten zij
een’ indruk gegeven hebben van weelde en voornaamheid, die aan
dit landpaleis van den heer Jacob du Peyron, ambachtsheer van
Limmen, colonel der „manhafte” Amsterdamsche schutterij, den
regtmatigen lof mögt doen toekennen: „alles is hier even konstigh
geördineert, even sierlijk beplant, even heerlijk volbouwt. Bosschen,
Allées, Doolhoven, Boomgaarden, Terrassen, Parterres, Water-
kommen, Salons, Amphitheaters, steene poorten, ijsere hekken,
Vazen, Beeiden, en Huizinge doen elk verwondert staen.” Nog in
het jaar 1804 was Velzerhooft „om zijn uitgestrektheid en zijn’
schoonen aanleg” beroemd. Maar toen was zijn ondergang toch reeds
zeer nabij. ’t Had in het laatst der vorige eeuw aan de Bickers
behoord, maar was in 1805 in handen van J. de Groot gekomen
en in dat jaar werd het tot den grond toe gesloopt.
Een laan van schilderachtige uitgewaaide boomen rijst daar
over ons op uit de velden. Daarnevens ligt in zijn plantsoen het
ouderwetsche huis met den fabriekschoorsteen, gebouwd op de
plaats, waar lang geleden h e t s l o t t e V e l z e n , later een aan-
zienlijke hofstede, prijktè en daartegenover de boerderij H a g e v e 1 d
bij den ingang der laan, evenzeer geruimen tijd een deftige lust-
plaats, waar sedert een onderafdeeling van het R. C. Seminarie
te Warmond was gevestigd. Volgden wij dien weg, dan zouden
wij aan de spoorbaan uitkomen en die overstelcende, de vrien-
dejijke ons reeds bekende villa We s t e r v e l d met zijn prächtig
hoog geboomte zien liggen tegen de rijkbegroeide duinhelling,
waar boven het van ouds vermaarde „torentje van B l a a uw” nog
altijd zijn plaats heeft behouden. B i e zenve l d , dat vroeger aan
Hageveld grensde, zouden wij niet meer vinden. En evenmin zouden
wij eenig overblijfsel aantreffen van het edeie huis te Papenburg.
Een weinig voorbij den rijweg op Du i n e n b e r g , in de tuinen
en weilanden längs den grintweg, tot waar de eikenlaan zieh af