rusteloos voortjagende menschenwereld genezing zoeken en haar
ook niet zelden mögen vinden.
Ons rest nu nog een bezoek aan het badhuis zelf, dat wij
dezen morgen slechts van de buitenzijde hadden bezien. Om er
meer van te leeren kennen, was dat uur van den dag niet geschikt.
De badkamers waren in gebruik, de gasten aan ’t ontbijt en de
geneesheer was in het drukst zijner werkzaamheid. Belangstellenden,
overigens welkom, zijn dan uit den aard der zaak ongewenscht
en |t belangrijkste der inrigting vinden wij dan gesloten. Na den
middag is t een rüstige tijd. De bezigheden zijn grootendeels afge-
loopen, het tweede ontbijt gebruikt. Wij hebben gelegenheid, ons
te overtuigen dat de voeding degelijk en overvloedig is en dat ook
voor de gasten, die wat laat komen, als wij, nog wel iets is over-
gebleven. De ruime, fraaije eetzaal boven de vestibule vereenigt
op gezette tijden allen aan den disch. Yoorts zijn er gezelschaps-'
en leeszalen voor heeren en dames afzonderlijk, en een billard-
kamer ten behoeve van g gezellig verkeer. Voor de rust der kranken
wordt de noodige zorg gedragen. Billard- of pianospei is na 10
uur ’s avonds niet meer geoorloofd en ten 11 ure gaan de lichten
m de gezelschapskamers uit. Honden worden niet geduld, evenmin
als andere huisdieren, en er wordt zooveel mogelijk gewaakfpdat
kinderen de kalmte in het huis niet verstoren. De logeerkamers,
zoowel gelijkvloers als op beide verdiepingen aan weerskanten van
den langen, dwars door ’t gebouw loopenden gang, zijn eenvoudig
en practisch gemeubeld. De prijzen verschillen naar de ligging der
kamers, terwijl tusschen 1°. April en 1». October het tarief iets
hooger is dan in de wintermaanden, want de inrigting is het
gansche jaar geopend. ’t Ziet er alles frisch en vrolijk en vrien-
delijk u it, maar bouwstijl of versiering vereischen geen bijzondere
vermeldmg om ongewone weelderigheid of kunstwaarde.
De badkamers vinden wij in den zijvleugel, die onmiddellijk
aan het hoofdgebouw is verbonden en daaruit toegankelijk. Er zijn
vertrekken voor gewone koude en warme baden, voor heete lucht-,
stoom-, dennenaalden- en vordere machinale baden, alle sooiten
van douches en volbad, en ook een „rustkamer” wordt er niet
gemist. Van koud water, zooals oorspronkelijk in de bedoelmg
des stichters lag, wordt geenszins uitsluitend gebruik gemaakt.
De sprengen en bronnen leveren in ruimenovervloed altijd verseil
en uitstekend water, het eerste vereischte voor een dergelijke inrigting.
Moest de geestige steiler van een artikeltje over Be t h e s d a
in den Gelderschen Volksalmanak voor 1868 nog schrijven: „sinds
verscheidene jaren zijn wij in het bezit eener badinrigting, waar-
aan nog slechts drie dingen ontbreken: water, een geneesheer en
badgasten,” twintig jaar later is het anders geworden. Wij zijn
nu in het bezit van drie badinrigtingen, waaraan geen dezer drie
bestanddeelen ontbreken. Sprak dezelfde schrijver de hoop uit,
dat het toen nieuw gebouwde badhuis reeds den volgenden zomer
geopend zou worden, die verwachting is vervuld en al is Bethesda
ook niet meer „de eenige in ons land”, „alleszins verdient zij, dat
de aandacht op haar gevestigd worde,” of liever — want bekend
gemaakt behoeft zij niet* meer te worden, - dat zij ook in deze
bladzijden worde vermeld, zij, de oudste en de grootste.
Aan badkamers is op zieh zelf niet veel te zien. Ledige ruimten
met kuipen op of in den grond, met kranen in den muur of aan
de zoldering, met afschutsels en roosters en met enkele onmis-
bare voorwerpen gestoffeerd, geven slechts een gebrekkig inzigt
in hun doel en uitwerking. Niettemin slaan wij belangstellend gade,
wat wij er zien onder ’t geleide van den geneesheer, Dr. D. Hul s t ,
die ons welwillend de noodige inlichtingen verstrekt in de thans ver-
laten lokalen, waar des morgens de waterstralen bruisen, de stoom
dampt, de heete lucht tot een merkwaardig hooge temperatuur kan
worden opgevoerd, voor sommigen „folterkamers der wetenschap ,
maar toch ook plaatsen, waar genezing werd gevonden voor een
lange, treurige lijst van krankheden, die de kinderpn dezer 19^e
eeuw meer dan een taaijer en rüstiger voorgeslacht schijnen te be-
zoeken. Voor min- en onvermögenden is er in de nabijheid een dergelijke
inrigting, eenvoudiger maar niet minder doelmatig, m het