gedenkteeken heeft opgerigt ter eere van den grooten, goeden God,
den Vredestichter en ter gedachtenis van den Rijswijkschen vrede.
Daarboven, op de naald zelve, is het wapen des prinsen ge-
plaatst en wederom daarboven een Mercuriusstaf, als zinnebeeid
van den koophandel. Symbolen van de welvaart, door zeevaart en
landbouw verspreid, versieren de zijvlakken der obelisk en aan den
achterkant herinnert de pijlbundel aan de noodzakelijkheid van
eendragt.
Dat jaartal, dat symbool der eendragt, dat opschrift, zij zijn
welsprekend en wat weemoedige gedachten roepen zij op! In het
najaar van 1697 was hier de vrede gesloten, die aan een’ ramp-
spoedigen oorlog met Frankrijk een einde maakte, maar reeds ter-
stond slechts zeer flaauwe verwachtingen omtrent zijn duurzaam-
heid opwekte.
»Ben’ eeuw’gen vrede sloot men hier,
»Die eeuwig duurde -— een jaar drie, vier.”
zoo liet een onzer dichters zieh hooren, als aan den voet der ge-
denknaald. Reeds in het voorjaar van 1702 brak weer een nieuwe
oorlog uit, terwijl zoo pas de wijze, kloeke leidsinan derRepubliek
en Engeland was ontvallen. In 1783 was het hui s te Ni euw-
b u r g gesloopt. Daar was wel meer, dat gevallen was of op vallen
stond! Er was oorlog met Engeland', er was burgertwist en ver-
deeldheid. Prinsmannen en Patriotten stonden tegen elkander over
met bitterheid in het hart en met het zwaard in de hand. In 1792,
toen het monument werd opgerigt, had de burgerkrijg reeds ge-
woed, het burgerbloed gestroomd, de prins was geschorscht geweest
en hersteld, in Frankrijk was de geweldige omwenteling uitge-
broken. ’t Was alles verwarring en onrust in den lande en in gansch
Europa. En eer nog een eeuw na het sluiten van den Rijswijkschen
vrede was verloopen, was de prins als balling naar Engeland over-
gestoken. De handel geknakt, de zeevaart vernietigd, de Jandbouw
kwijnend, de welvaart verloren , en de eendragt — ’t mögt wel een
bittere spotternij heeten, in 1792 haar zinnebeeid aan de gedenk-
naald te hechten!
»Een* eeuw’gen vrede sloot men hier,
Die eeuwig duurde: een jaar drie, vier!
Toen heeft men op het puin van ’t huis, in later tijd,
Een brooze piramide der eeuwigheid gewijd.”
De piramide is hecht genoeg gebouwd, al is zij ook niet „voor
de eeuwigheid” bestemd. Ook is zij fraai genoeg en in zoover be-
zienswaardig. Maar als zij er niet was, ’t zou ons vaderlandsch
gevoel niet onaangenaam aandoen. Hartverheffende herinneringen
heeft zij niet levendig te houden voor de kinderen onzes volks.
Het huis te Nieuwburg, •—* aldus genoemd naar den prins
van de P f a 11 z N e u b u r g , die er den eersten steen van ge-
legd had, maar ook onder de namen van h e t huis te Rijswijk
of Bel v e d e r e bekend — leende zieh uitstekend voor vredes-
onderhandelingen, waarbij allerlei fijne quaesties van etiquette te
pas kwamen. Nagenoeg halfweg tusschen den Haag en Delft gelegen
, had het een strenge regelmatigheid van vorm, die netelige
vragen omtrent den voorrang der gezanten gelukkig hielp oplossen.
In het middengebouw, dat regt tegen over den ingang lag,
vergaderden de bemiddelaars, de Zweedsche gezanten. Zij reden
met hun koetsen door de groote laan naar den hoofdingang. In
de beide zijpavillioens had men volkomen gelijke deuren ge-
maakt, over de Wetering twee bruggen gelegd en döor de beide
lanen nevens de lioofdlaan kwamen te gelijkertijde de gevolmag-
tigden van Frankrijk, die te Delft logeerden, en de vertegen-
woordigers der verbonden mogendheden, die in den Haag hun
verblijf hielden. Een paar vertrekken tusschen het middengebouw
en de pavillioens bood gelegenheid tot afzonderlijke beraadslagingen
der partijen en der bemiddelaars. ’tWas, of Jacob van Kämpen,
de bekwame bouwmeester van het kasteel, ’t reeds voor ruim zestig
jaren met het oog op die bestemming had ontworpen! Maar ’t was
den prinselijken bouwheer slechts te doen geweest om een lustslot
in de nabijheid van den Haag. Hij had daartoe de piek ge-
kozen, die reeds aan zijn’ broeder Maurits had toebehoord en waar-
heen een aanzienlijke stoeterij, maar qiet minder de jonkvrouw van
Mechelen, den krijgshaftigen stadhouder menigmaal had getrokken.