schoonsten, die over de Lathmer leidt. Wij komen längs den achter-
gevel van het vorstelijke gebouw, met zijn stallen en serres in den
rijken smaakvollen aanleg, waar prächtige bruine beuken, bloeijende
linden, trotsche boom- en heestergroepen, schitterendebloemperken ,
frisch en helder water zieh tot een opmerkelijk schoon geheel
vereenigen. En dan brengt ons de statige laan op den straatweg
bij De Zut fens che boer.
Een oogenblik van droogte tusschen de buijen vergunt onsnog
wel, op den terugtogt naar Voorst den omweg te maken door de
lanen van grootendeels forsche, deels ook jongere eiken en beuken,
die op het landgoed de Pol l als twee beenen van een’ drie-
hoek de rogge- en boekweitakkers insluiten, maar dan hebben wij
ook voor het laatst op dezen dag een’ zonneschijn gezien. Ons rest
niets anders, dan in de Gi e t e l s ch e brouwer i j een geweldige
stortbui te laten voorbijtrekken, om dan in den motregen zoo
spoedig mogelijk het Station Voorst te bereiken. Hoe gansch anders
ziet nu het liefelijk oord er u it, dan toen wij ’t onder het stralend
avondlicht doorwandelden! Wat is de watermolen in een nevel-
gordijn gehuld! Hoe druipen en glimmen de fraaije plantsoeneu
der buitenverblijven längs den weg! Hoeveel meer genot en vol-
doening had de lange morgen ons kunnen bereiden, wanneer wij
al het schoone, dat ons oog voorbijging, in vriendelijker licht
hadden mögen zien! Maar zelfs nu liet het ons niet onbevredigd,
en met hetgeen de beide eerste dagen van ons uitstapje B- ook
dat gedeelte er van , dat aan den omtrek van Twello gewijd was —
ons ruimschoots te genieten gaf, had het den schat vermeerderd
van aangename herinneringen, op onze zwerftogten door het goede
land onzer inwoning opgedaan.
A A N T E E K E K I N S E K .
De wandeling naar Voorst en omstreken is opgenomen in het lste deel
'der eerste uitgaaf, in het 7de der. tweede. Voor nadere bijzonderheden wordt
derwaarts verwezen.
Als de -weg van Apeldoorn naar Twello gezegd wordt »weinig belang-
rijks opteleveren” . worde daardoor niet te kort gedaan aan de beteekenis
der ontginningen van den heer Moo r r e e s , op H o h e n h e im wonende,
waardoor een groot deel der voor 40 jaren nog woeste heide thans is bebouwd.
Er loopt inderdaad een voetpad door de weiden van Wilp naar Twello,
längs de boerder i j— eertijds de heerenhuizinge — L e e u w e n b e r g en
de hofstede V o o r de. De weg, in den tekst aangewezen, is de gewone
en ook de schoonste.
Eerst na het bezoek aan Twello ontving ik van den heer Mr. Th. K.
v a n S l i n g e l a n d t , op Hameland wonende, zeer gewaardeerde inlichtingen
omtrent de omstreken van het d o rp , die ons van veel dienst hadden kunnen
zijn, als zij ons vroeger hadden kunnen geworden, al hadden wij ook dan
bij beperkten. tijd nog veel onbezocht moeten laten. Goede aanwijzingen en
een goede kaart, waarop de binnenwegen en de landgoederen zijn te vinden,
zijn voor wandelingen bij Twello onmisbaar. Ter orißnteering" worde in hoofd-
zaak in het oog gehouden, dat de groote straatweg van Deventer op Apeldoorn
nagenoeg in W. rigting loopt. Daarvan gaat bij de kostschool een weg N. naar
Terwolde, bij Wezeveld, eveneens N . , een weg naar Nijbroek uit. Aan een’
grintweg, die deze beide wegen verbindt, liggen Bruggenbosch, de Parkelaar ,
Cruisvoorde, Basselt en Hunderen. (Het oude, thans gesloopte huis van Wezeveld
lag aan den weg naar Hijbroek). Even ten Z. van den straatweg komt
de spoorbaan en weer iets meer Z. ligt het dorp aan den binnenweg längs
Holthnis, die to t de laan van Duistervoorde doorloopt. Talrijke kunst- en