sprake. Van een beschrijving van den omtrek, zooals o. a. de
Gel d e r s c h e Vol k s a lma n a k van andere deelen van ’t gewest,
ook van de Veluwe, leverde, was niets ter onzer kennis gekomen.
Geschied- en oudheidvorschers schenen hier den voet nog niet te
hebben gezet. Wij herinneren ons niet, ooit op eenige tentoon-
stelling een schilderstuk te hebben aanschouwd, waarvan het
Loenensche landschap het onderwerp was. ’t Is hier in dat opzigt
maagdelijke grond. Misschien maakte dat wel een groot deel der
bekoring uit. ’t Is een genot, iets ontdekt, iets gevonden te
hebben, buiten het platgetreden pad. En mogelijk schaadt het den
indruk bij wie op onze aanwijzing het Veluwsche Loenen bezoeken,
dat zij ongeveer weten, wat zij zullen aantreffen. Zou het ditmaal
verkieslijk ziju, het. genot van zelf te zoeken en zelf te vinden
niet te bederven, door den welwillenden lezer, die ons tot. dusver
volgde, plotseling bij den ingang van het dorp aan zieh zelven
over te laten ? Een aardigheid, als die waarmede onze de Genestet
zijn’ Sint. Ni c o laa s-avond afbrak, duldt geen herhaling.
’t Zoü ons niet voegen, met een beleefde buiging, zooal niet van
den catheder af te treden, dan toch in de gastvrije deur der
gebroeders Capel te verdwijnen, met het wel wat ondeugende
woord:
Ik zou wel zweeren, dat gij ook nog iets verwacht.
Wij wensehen onze aangename , ten einde spoedende taak tot
het Taatst toe te vervullen, zoo getrouw ’t ons mogelijk is. ’t Genot
van zelf te zoeken en te vinden is voor hen, die na ons komen,
ook volstrekt niet buiten gesloten. In den körten tijd, dien ’tons
vergund was, hier te vertoeven, konden slechts een paar hoofd-
punten worden bezocht. Bij langer verblijf is het veld voor na-
sporingen nog ruim genoeg.
Dat Loenen ons zeer aantrekt verzwegen wij niet. Te hoog
moet evenwel de verwachting niet worden gesteld. Want zonder
twijfel, het Veluwsche dorp en landschap heeft geduchte mede-
dingers in de oorden, door de spoorbaan tot zijn naburen gemaakt,
van waar wel verreweg de meeste bezoekers zullen komen. Met
de'ii //fulpen zoom van het vale kleed” aan den eenen kaiït, met
het kleinood aan de andere zijde — met Dierens omtrek en Apeldoorns
omgeving-p is het.niet te vergelijken. De lange reeksen van
vorstelijke landgoederen en lustverblijven , de bloeijende, steedsche
dorpen vol weelde en gemakken, de statige, uitgestrekte wouden
met hun hoog en zwaar geboomte hebben wij hier niet te zoeken.
Wie nog zoozeer een vreemdeling in zijn vaderland is, dat hij
deze parelen aan onze kroon niet kent, die dwale niet in de aller-
eerste' plaats herwaarts heen. En wie ze kent , die Vergelijke niet.
Loenen draagt een’ gansch anderen ' Stempel, de. landstreek hCeft
een eigenaardige type. Ruim en frisch, vrolijk en opwekkend is
het algemeerie karakter. Maar ook het statige, het indrukwekkende
ontbreekt ei- niet. Te meer treft het ons, naarmate wij er minder
op voorbereid waren.
Ons eerste bezoek geldt den waterval. Onder het zeer weinige,
wat ons aangaande den omtrek bekend was, behoorde de weteri-
schap, dat er op. eenigen afstand een niet onaanzienlijke val werd
gevonden. Naar wij verneinen is er zelfs meer dan een, maar een
is toch de grootste en belangrijkste en die is ook het meest nabij,
omstreeks een half uur gaans van het dorp. De weg er heen is
gemakkelijk te- vinden. ’t Is de groote weg naar Beekbergen. Wij
zullen daar een brug aantreffen over de beek of spreng, en digt
bij de brug, aan de regterkand, is de val. Dwalen kunnen wij
niet en na körte rust maken wij ons weer op, om onze onder-
.zoekingen voort te zetten.
Ongeveer op het hoogste punt van den esch, op het uiterste
punt van het dorpje, ligt de tamelijk oude, maar om haar’ bouw-
stijl niet belangrijke kerk, met haar’ toren en het kerkhof er om
heen. De dorpstraat bestaat hier uit slechts enkele huizen en lom-
merrijke, van groene hagen omringde tuinen. Wij vinden er, na-
genoeg aan ’t begin, de herberg met haar’ overtuin en aan het
einde de pastorie met haar hooge linden en haar’ grooten bloem