
Onmiddellijk bij de plaats, die hij te bewaren heeft, woont
hij echter niet. Wij hebben nog een tiental rahmten te wandelen,
eer wij haar bereiken. ’t Is een zwave maar fraaije zandweg met
hakhout en hooge korenvelden en voor een deel door de kloeke
beukenrij eener oude buitenplaats omzoomd. Het heerenhuis blijft
achter het digte hout- en struikgewas verborgen en wij kunnen
’t evenmin in ’t gezigt krijgen, als het ons gelukt, den naam
der bezitting te weten te komen. Voorbij het zandspoor, dat zieh
zijwaarts längs de grens van het buitengoed naar een boerenhoeve
afbuigt, kunnen zij, wien ’t aan plaatselijke kennis of aan goed
geleide niet ontbreekt, een lästig stuksken van de zeer zandige
baan ontloopen, door een voetpaadje te volgen längs de weide en
den wal van akkermaalshout. Zij moeten zieh dan de kleine moeite
eener afdaling van den hoogen kant getroosten, wanneer zij bij
de statige beukenlaan der aanzienlijke hofstede de Galge nh o e f
zijn aangekomen. En nu hebben wij het kamp vlak voor ons. ’t Is
een vrolijk, opwekkend gezigt. Op het bruine heideveld, hier en
daar door verblindend witte plekken van het fijne duinzand afge-
wisseld, ingesloten door wild begroeide wallen en door een’ krans
van donkere dennenbosschen, liggen de tenten in groepen verspreid,
als onder de hoede van de driekleur, die van de hooge vlagge-
mast op het avondkoeltje haar banen ontplooit en vrolijk uitwaait
in de helderblaauwe lucht. De dalende zon werpt reeds haar lange
schaduwen, en haar gloed kleurt het fraaije heidelandschap, door-
gaans zoo stil en verlaten, thans, tusschen 15 Junij en 15 Julij,
door de witte tenten der talrijke bewoners verlevendigd. Met
vreugde begroeten wij het opwekkend tafereel en met belangstelling
slaan wij de plaats gade, waar een aantal jongelingen zieh praktisch
voorbereiden tot de gewigtige taak der bescherming van onzen
vaderlandschen grond en ter handhaving van ons gezag in de over-
zeesche gewesten.
De laatste schreden door het dikke zand kunnen den zwaar
bepakten militair nog zuur genoeg vallen, wanneer zij zelfs den
onbelasten en niet vermoeiden wandelaar verlangend doen uitzien
naar de hoogte daar voor hem, waar de bruine heideschors een’
harder en veerkrachtiger bodem belooft. Maar het eindje Sahar a
is gelukkig niet lang. Weldra kunnen wij ons nederzetten voor
de tent van onzen gastheer en gids, den kommandant van het
kamp, den kapitein der genie W. Cool ; yan waar wij als uit een
middenpunt het geheel overzien. Ter linkerhand ligt een rij officiers-
tenten, en op eenigen afstand daarvan, aan dezelfde zijde, de
houten loods, waarin de kantine der kadetten wordt gehouden en
de steenen paardenstal, benevens de officierskantine, de zeer primitive
officierssocieteit en de pianotent, — want ook de gelegenheden
tot gezellige ontspanning en ter beoefening van de hartverheffende
toonkunst. ontbreken er niet. Regts strekt de dubbele reeks zieh
uit van tenten, voor de kadetten en een vijftigtal manschappen
bestemd. Voor ons rijst de vlaggemast en niet ver van daar nog
een kleine gröep tenten, voor de burgerleeraren en teekenaars, en
de groote generaalstent ten behoeve van den gouverneur der Acade-
mie, die van tijd tot tijd het kamp komt bezoeken. De verblijven
voor de policiewacht aan ’t begin van het kamp kwamen wij voor
een deel op onzen weg herwaarts voorbij; van hier kunnen wij
hen niet zien, maar overigens laten wij van onze kleine, eenigs-
zins vooruitspringende hoogte het oog weiden over de gansche tijde-
lijke nederzetting, die een tamelijke uitgestrektheid gronds beslaat.
’t l s er voor het oogenblik stil. Behalve de schildwachten bij
de strooijen schilderhuisjes en enkele hier en daar rondzwervende
gestalten bespeuren wij van de bevolking niets. Zij maakt zieh
gereed tot de werkzaamheden, die haar dezen avond wachten, of
rust uit van de bezigheden van den dag. Want in ledigheid wordt
hier de tijd niet doorgebragt. De kadetten der beide laatste studie-
jaren worden er voor zooveel het mogelijk is, geoefend in alles,
wat de dienst te velde en de praktijk des oorlogs betreft. Wij zien
er bivouacs en veldkeukens aangelegd, horden gevlochten, loop-
• graven en sappes en wolfskuilen gedolven, spoorlijnen gelegd, tijde-
lijke versterkingen in Staat van verdediging gebragt, ook spoor-
staven en palissaden door dynamiet uit elkander geslagen en mijnen
gegraven, wij zien er een waterplas overbrugd, seinpalen opge-
rigt, in een woord, allerlei werkzaamheden verrigt, ter verzorging