Geldersche gastvrijheid worden ontvangen, beantwoordt aan zijn
uitwendig voorkomen. Een zeer groote vestibule beslaat de geheele
diepte van het gebouw tusschen de beide aan den achtergevel
uitspringende vleugels en is smaakvol met antieke meubels en
jagttrofeen versierd. Aan dp eene zijde liggen achter elkander
twee fraaije zalen, ruime vertrekken, in den stijl der 17ie eeuw
gemeubeld en met een groot aantal portretten, hoofdzakelijk van
aanzienlijke personen uit Friesche geslachten, afkomstig uit de
familie der moeder van den tegenwoordigen eigenaar, Anna
Maria van Poppenh u i ze n. Een veel naauwkeuriger ©nderzoek,
dan wij er bij ons bezoek aan den Bramel aan wijden kunnen,
zou noodig zijn om te beoordeelen, in hoever deze verzameling
om kunstwaarde, of voor de historie en de kunstgeschiedenis
van Priesland belangrijk mag worden genoemd.
Aan den anderen kant der vestibule vinden wij r-een paar
kamers en den trap naar de bovenverdieping, benevens den ingang
van de keuken, in het sierlijke achtergebouwtje, tot voor eenige
jaren een onaanzienlijk uitbouwsel, naar’t ontwerp van den eigenaar
zelven in den stijl der 16de eeuw gerestaureerd eu opgetrokken.
Met zijn ronde deur, zijn kruisven'sters en trapgevels, ook door
de kleur der steenen, sluit het zieh zeer goed bij het hoofdgebouw
aan en maakt het inderdaad den indruk van een oud bouwwerk,
in verband met de hooge, strenge muren van den met klimop
en wilden wingerd begroeiden achtergevel. Ook de studeerkamer,
die de verdieping boven de keuken inneemt, is betimmerd en
gemeubeld in een’ stijl, die zeker vrij wat beter bij een der-
gelijke ouderwetsche huizinge voegt en het oog vrij wat aan-
genamer aandoet, dan de afschuwelijke gebloemde, gestreepte
of geruite behangseis, de harde groene of geele lambrizerin-
gen, zolderingen en luiken, die wij als overblijfsels uit de eerste
helft onzer eeuw in zoo menig landhuis of havezathe hebben
aangetroffen.
Een bezoek aan de ruime kelders overtuigt ons van den
degelijken, soliden bouw van het huis en van het torentje op
het hooge dak overzien wij het fraaije en vriendelijke landschap
met zijn tuinen en bosschen, zijn akkers en weiden, in wier
midden het deftige gebouw is gesticht.
Achter het huis ligt een ouderwetsche tuin, door hooge muren
ingesloten en omringd door een gracht, wier kanten met sierlijke
varens rijk zijn begroeid, even als de wallen der watering
längs den moes- en bloemhof naast het kasteel en achter den
stal, waar wij een nette oranjerie en fijne heesters en gewassen,
waaronder een’ zeldzamen kruisdoorn, aan treffen, terwijl bij den
stal een schoone bruine beuk, een statige, breed vertakte linde
en ander kloek geboomte de aandacht trekken.
Rondom deze terreinen, gezamenlijk door een vierdubbele
gracht omgeven, breidt het bosch aan drie zijden zieh uit, een
groote weide met schilderachtig rood- en grijsbont vee omvattend.
Er • wassen op de breede singels, in de lange lanen, längs den
zoom der weide, aan de lommerrijke slingerpaden forsche eiken,
slanke sparren en dennen, beuken van opmerkelijken omvang,
en al is er ook vrij wat hout, dat zijn’ vollen wasdom nog niet
heeft bereikt, een wandeling door het bosch van d en B r a m e l ,
waar vrije toegang is vergund, zal de zomergasten van Vorden
niet onvoldaan laten.
Opmerkelijk om zijn wilde schoonheid is vooral het overschot
van een oud bosch, eenigszins afgezonderd aan de andere zijde
van den zandweg längs het bosch van den Bramel zieh verheffend
aan den zoom van een nieuw larix- en hakhoutplantsoen, dat
vooralsnog vooral om zijn’ rijkdom aan hooge varens bezienswaardig
is. De boschstrook is 'niet zeer breed en nog veel minder diep,
maar zij vormt een uitnemend fraaije partij met haar’ prächtig
begroeiden grond, haar zware sparren-, eiken- en beukenstammen,
haar statige loofgewelven ■ en het forsche beukenpaar F i lern on
en Bau ci s , aan het voorportaal van den ernstigen woudtempel
een eenvoudige zitbank overschaduwend, bekleedt wel onder het
schoone geboomte van Vordens houtrijken omtrek een eereplaats.
Aan het landgoed d e n B r am e l grenst de bezitting
h e t En z e r i n k , sedert 1875 mede aan Jhr. J. F. S t o r m van
’s Gra v e s a n d e behoorende, thans verhuurd aan en bewoond