bouwtrant kunnen geldenzooals er bij honderden op onzen vader-
laudschen bodem zijn gestiebt, in overeenstemming met den aard
der inheemsche bouwstoffen en met de eigenaardigheden van het
klimaat, dat geen’ Italiaanschen hemel en geen zuidelijke zomers
aa,nbiedt. t Heeft aan weerskanten van de voordeur twee ramen,
vijf daar boven, een platte lijst en een blaauw pannen dak met
• een paar seboorsteenen op de hoeken. Ten genoegen der gasten
19 er een veranda aangebragt, en de muur is grijs gepleisterd.
Ter versiering is niets gedaan, evenmin als daar binnen. Maar er
zijn eenige ruime kamers beneden en enkele kleinere vertrekken
boven voldoende voor ’t gebruik, en steif de geest des tijds aan
een hotel booger eiseben, dit voorregt staat er misschien tegen-
over, dat men zicb minder in een logement opgenomen, dau op
een landhuis gelogeerd gevoelt. De gansebe inrigting beeft lets
huiselijks en gezelligs, waarvan bet onderling verkeer onwille-
keurig den invloed moet ondervinden.
0°k te t terrem bij de buizinge draagt den Stempel eener buiten-
plaats. De breede oprijwegen, met witte palen aan den ingang,
leiden door bosebpartijen, waar boog en statig geboomte wast!
waar een vriendelijk beekje tusseben bemoste zoomen stroomt en
lommerrijke paden zicb been slingeren. Hier en daar zijn banken
of tmntafeltjes met een paar stoelen geplaatst, onder breed uit-
geslagen takken van oude beuken en bij een klaterend water-
valletje onder slanke berken. Door een opening tusseben de zware
sparren, accasia’s, beuken, esebdoorns en eiken gespaard, over
een groot grasperk, met stamfuchsia’s omzet en een’ fraaijen vijver,
beeft bet buis het uitzigt op den weg, die längs den zoom van
het boscb tusseben welig groeijende beuken loopt, en op bouw-
landen en boschjes, een rüstig, vriendelijk.landschap, soms ver-
levendigd door den rook van een sleepbootje of door de masten
van voorbij varende sebepen in het kanaal daar ginds, sedert eenige
jaren tusseben Apeldoorn en Dieren door de Veluwscbe heiden
gegraven, en sinds eenige dagen van tijd tot tijd ook door den
spoortrem, tusschen den grintweg en het kanaal door de velden
snellend. Alles ademt kalmte en vrede op den frisseben, stillen
zom'ermorgen, terwijl het zonlicht tintelt op de blanke stammen,
den donzigen grond met goudglanzen bestrooit, de bladeren van
het weelderig onderhout doet blinken, tusseben de diepe, donkere
schaduwen het beldere water van beek en vijverkom met vonke-
lende lichtsprankels overgiet. Wij bebben den tijd , om rond te
zwerven door de lanen en ons door de boschpaden te laten leiden
naar verschillende liefelijke plekjes in den omtrek van het buis
en ook den blik te laten wijden over de ruime , door boutgewas
ingesloten korenvelden aan de acbterzijde, waaruit een steenen
gedenknaald oprijst — de naald, die op menig punt van verre
zigtbaar, den wandelaar vaak ten baken strekt. Niet al te vroeg
kunnen wij onzen togt beginnen, want eerst moet door sommigen
de badkuur worden ondergaan en ongaarne ook zouden de gasten
op weg gaan, eer de postbode de brieven van huis; had gebragt.
Omstreeks acht uur in den morgen is bet de tijd zijner eerste,
altijd met verlangen verwachte versebijning. Als hij ook ditmaal,
naar den aard zijner betrekking, den een’ verblijd, den ander
teleurgesteld beeft, en de krachten door het ontbijt zijn versterkt,
nemen wij den wandelstaf op.
’t Gaat eerst naar het badhuis, op een klein kwartier afstands
gelegen. De weg er heen leidt door eikenlanen, längs akkers en
hakhoutboschjes, en brengt ons bij de boerderij met haar statige
linden , haar schilderachtige sebaapskooi en haar vermaarde pomp,
wier koel, glashelder water ieder bezoeker van Laag-Soeren
gedronken moet hebben. Met de overige hoeven op het landgoed
voorziet deze hofstede in de beboefte aan-versehe koe- en geiten-
melk, dagelijks door de patienten in belangrijke hoeveelheid ge-
bruikt. Daarbij leent echter de pomp haar diensten niet. Onge-
wasschen is de melk, zooals de milde natuur haar geeft en
ruimschoots draagt zij bet bare bij tot voeding en versterking van
menig lijder.
Een weinig verder ligt het badhuis tegenover een ruim plein,
waar beesters en bloemen prijken en een fontein haar kraebtige
stralen omhoog zendt. Het hoofdgebouw, eenvoudig maar doel-
matig, is hetzelfde, dat in 1868 door den heer J u t van Breuke