zoo besteden wij de morgenuren aan de kennismaking met Harde r-
wijk, dat de verwachting, die wij er van hadden, verre overtreft
en een günstigen indruk achterlaat, wanneer wij er voorloopig van
scheiden om onzen togt te aanvaarden, beginnende met de wandeling
naar ’t Station.
De weg daarheen leidt ons eerst tusschen tuinen v“ ervolsorens
door een schoone laan, een breede, statige lindenberceau, met het
uitzigt op de groote stadsweide en eindelijk, na een open, zonnig
eind, tot het punt, waar de stationsweg met zijn populieren zieh
afbuigt van den hoofdweg, dien wij nog een eindweegs zieh zien
uitstrekken in het lommer, waarin hij zieh ten slotte als in een
groene schemering verliest.
Ter bestemder tijd komt de trein aanrollen. Hij stopt voor
’t Station en neemt ons op, om ons te Nunspeet weer afte zetten.
Van t Station Nun s p e e t zouden wij terstond den kunstweg
naar Vi e r h o u t e n kunnen opwandelen. Dat was zeker % gemakkelijkst.
en het veiligst. Wij hadden dan een hard pad onder
de voeten en voor verdwalen geen gevaar. Maar ’t zou tevens aan
een togt door de Veluwe alle poezij en alle aantrekkelijkheid
ontnemen. Een lange, regte grintweg door de kale heide is onuitsprekelijk
vervelend. 'Bovendien, gingen wij dadelijk in de rigting
der bosschen op weg, dan zagen wij niets van het dorp, dat op
eenigen afstand aan de andere zijde van de spoorbaan ligt. En
Nunspeet heeft een’ goeden naam om zijn aanzien en zijn omstreken.
Zijn logement is doorgaans des zomers door familien bezet
en wij hopen daar nog eenige inlichtingen in te winnen omtrent
enkele landgoederen en eenige klassieke hoogten in den omtrek,
— de M y t s te e , merkwaardig om zijn’ wal, zijn zitplaatsen en
zijn’ waterpoel, welligt een overoude gerigts- of offerplaats, den
b r a n d e n d e n of B u n tma n s b e r g. , waar . het volks”g eloof no©a
van tijd tot tijd de heische vlammen ziet, die de moordenaar in
zijn hardnekkige ontkentenis voor zieh inriep, den Pa a s c h b e r g ,
waar sinds eeuwen de Paaschvuren brandden. Zoo slaan wij dan
den weg dorpwaarts in en komen op den grooten Zuiderzee-
straatweg uit: Nunspeet is nu spoedig bereikt. Bepaald ongunstig
is de indruk niet, maar misschien was^ onze verwachting wat
hoog gespannen. ’tValt ons althans niet mede.’t Is een eenvoudig,
landelijk dorp 7 waar het vriendelijk groen der linden menig dak
van burger- of arbeiderswoning overschaduwt en ook de tuintjes
voor en nevens de huizen niet worden gemist, maar dat toch het
welvarend en vrolijk voorkomen niet heeft van plaatsen als Voorst
of Twello, waarmede wij ’t in onze verbeelding vergeleken hadden.
De kerk is nieuw en onbelangrijk|‘jalleen de toren van baksteen,
beneden vierkant, door een’ achtkantigen koepel gekroond, ver-
toont nog eenige overblijfsels van Romaanschen stijl. Wij zien geen
logement dan een vrij eenvoudige dorpsherberg, die door inrigting
of ligging niet aantrekt, waarmede in tusschen niet is gezegd, dat
de loges ’t er niet zeer goed hebben. Men kan ten platten lande
daaromtrent zeer aangenaam worden verrast, zooals ons meermalen
ten deel viel. Ons ontbreekt de gelegenheid, te Nunspeet
daarvan ondervinding op te doen. Wel worden wij teleurgesteld
in de hoop, er eenige plaatselijlce kennis te vergaderen. De dienst-
vaardige boerendeerne, de eenige persoon die wij ontwaren, weet
ons niets te verhalen, - dan dat de Paaschberg ten behoeve van
de spoorbaan grootendeels vergraven is en dat men de buurschap
S o e r e 1, die wij het eerst bezoeken wilden, fdleen längs een’ zeer
zandigen weg kan bereiken, hetgeen wij ligtelijk aannemen. Ook
vernemen wij tot ons leedwezen, dat het juist gisteren aldaar
schapenmarkt geweest is. Wij hadden gehoopt, heden de eenzame
buurschap met haar van ouds vermaarde linde daardoor verleven-
digd te zien. Of die linde zelve er nog prijkt, blijft ons verborgen.
Wel blijkt het, dat de Nunspeter jongelingschap gaat
zwemmen in het meertje, waar de schapen worden gewasschen.
Bij deze inlichtingen bepaalt zieh onze oogst. Wij moeten nu
verder zelven maar zoeken en bij gemis aan aanwijzingen • achten
wij het minder geraden, welligt onzen tijd te verliezen door een
persoonlijk onderzoek naar de landgoederen en landhuizen, onder