het hoogste punt van de heuvelreeks, als op een’ kleinen land-
tong, vmden wij weldra weer een dergelijk panorama, zij ’tdan
°°k in bijzonderheden- verschillend. Hier ligt, in een dennengroep,
de welbekende ,/Steenen tafel” . ’t l s een zware zerk op een voet-
stuk, waar omheen aan drie zijden hardsteenen banken zijn geplaatst.
Heeft de zerk eenmaal een grafstede in de kapel van het klooster
bedekt, reeds sedert vele jaren staat zij hier op den heuvel, haar
reuzenkracht vriendelijk leenend aan de dames, die zieh hier
gaarne in de rüstige morgenuren nederzetten op de banken en
op het massieve tafelblad den ligten last van hun boeken, hun
handwerkjes, hun smaakvolle tuiltjes van wilde gewassen en bloemen
neerleggen. Door zijn eigenaardige ligging biedt de vooruitsprin-
gende heuvel een rijk en ruim uitzigt aan op het hooge, digte
geboomte, dat zoowel aan den Hommelschen weg als daar tegen-
over bij de Klarenbeeksche vijvers oprijst, in aansluiting aan de
boschjes en velden, tusschen de.glooiende zijden van de breede
vallei, door groepjes wandelaars en speiende kinders verlevendigd,
terwijl ook hier in de schemerende verte de Cleefsche en Nij-
meegsche bergen, nevens de kenbare toppen van Eltenberg en
Montferland zijn te onderscheiden, en ook hier Arnhem en de
Rijnstroom, ten deele achter het houtgewas verscholen, door hun
heldere tinten afwisseling brengen in de ernstige kleuren van het
schoone tafereel.
Van nu af dalen wij. Längs beuken met tal van stammen
uit eenen wortel wassende, längs eiken hakhout, waardoor voet-
paden naar het dal beuedenwaarts, of naar de heuvelreeks op-
waarts leiden, längs slanke dennen, op de hellingen geplant,
hier en daar met het gezigt op het blaauwe verschiet boven de
digte kruinen der bosschen, of op statige beukenlanen, die kampen
bouwland begrenzen, naderen wij de witte boschwachterswoning in
het volle, welige groen, waar de rook uit de schouw zieh teekent
tegen de forsche donkere kroonen der kloeke boomen längs den
weg aan den voet der hoogten.
Bij den vijver en aan de beek, onder de breed uitgeslagen
takken tintelend in den zonnegloed, geeft de boschwachter, wiens
landelijk huis de vrome stichtiug van graaf Reinald heeft ver-
vangen, gelegenheid aan de bezoekers om zieh neer te zetten en
zieh te verkwikken. ’t Is hier altijd koel en frisch, welkoin op
den warmen zomerdag. Maar een vrolijk zonnetje heeft dit deel van
Klarenbeek ook wel noodig. Ligt wordt het er anders somber en kil. •
Door lange, statige lanen, längs ouderwetsche vierkante vijvers,
voorbij snel vlietende beekjes en. watervallen, längs een groote,
laag gelegen weide, naar het schijnt een voormalige waterkom,
waaruit een trotsche beuk oprijst en waardoor een driftig beekje
stroomt, längs akkers en grasvelden, door hooge boschpartijen
ingesloten, eindelijk längs de rasters van het omheinde park en
voorbij het groote, thans ledig staande heerenhuis, komen wij
na onzen zwerftogt door de schoone Klarenbeeksche bosschen op
den vrolijken Velperweg, met zijn sierlijke villa’s en zijn druk
verkeer van rijtuigen en wandelaars.
Te Velp kunnen wij den stoomtram naar Rheden vinden.
Aan het einde van het dorp, waar de stationsweg tegenover het
schoone huis Over b e e k en zijn fraaije waterpartij uitkomt,
vinden wij de wagens van de sedert kort geopende lijn. Onze
wandeling längs den weg en door het dorp gaf ons geen ver-
andering van beteekenis te zien.
Evenmin is dat het geval längs den weg, dien de stoomtram
volgt. ’t Zijn de oude welbekende landhuizen, waarop het oog
altijd weer met welgevallen rust, maar iets nieuws merken wij
niet op en zonder veel schade kunnen wij ons in snelle vaart
laten voeren door het zonnige landschap, om uit te stijgen bij
een der paden, door den uitgestrekten korenesch van Rheden
naar het Veerhuis leidende.
Reeds van verre heeft het witte huis, op den IJseldijk zieh
spiegelend in den stroom, de aandacht van menig reiziger längs
den straatweg getrokken, toen de spoorwegdijk het uitzigt naar die
zijde nog niet had weggenomen en sedert heeft wel menigeen