er op uitkomen. En de plaats behield haar linden pleinen — aan
de bezoekers der zendingsfeesten wel bekend — haar lange, statige
lijnregte lanen en zelfs de uitgesneden waterkom achter het huis
is wel van beeiden en vazen beroofd en niet meer door geschoren
hagen omringd, maar nog als van ouds sluimert zij rüstig onder
de hooge kroonen, die er plegtig en stil om heen staan geschaard.
Er zijn aan den zoom van het oude plantsoen ook minder regel-
matig aangelegde partijen, waar fiere sparren en kloeke tamme
kastanjes wassen, maar het grootste deel is toch gehouden in een’
stijl, die uitstekend bij de huizinge past.
Aan Beekenstein, alleen door een met hagen ingesloten gras-
laan er van gescheiden, grenst dehofstede Wa t e r l a n d . De oude
plaats van den Amsterdamschen schepen Di rk Trip was grooter
en fraaijer dan Beekenstein, gelijk zij ’t nog in uitgestrektheid
en aanleg wint. Een /,Konstrijke doolhof was het, van menigh-
vuldige groene en breede lanen, van hooge scheerhagen of opgaende
boomen belommert, met graspaden en groene piramiden geboort,
met borstbeelden en konstige vazen opgepronkt, en over onder-
scheidene water- of graskommen de bekorelijxte gezichten naar
veelerhande en verscheide tuinsieradien van salons, tenten, prielen,
lanthuis en vischrijke Meer verschaffende.” Al die pracht is voorbij,
en van den weg af te zien, munt ook de aanleg bij het groote,
eenvoudige, zeven vensters breede, wit gepleisterde huis niet uit.
Maar het terrein daarachter is smaakvol en uitgestrekt en rijk aan
eerwaardig houtgewas, waaronder een zware olm bij den stal en
een prächtige spar bij den vijver uitmunten, maar bovendien tal
van forsche eiken en beuken en schoone linden onze aandacht
verdienen. En eene fraaije waterpartij versiert het landgoed, waar
de eigenaresse, Mevr. de Wede Bor e e l een groot gedeelte van
het jaar doorbrengt.
Me e r v l i e t is winter en zomer bewoond. Het ruime witte
huis ziet er vrolijk en goed onderhouden u it, tusschen het kloeke
geboomte dat het omringt. Forsche linden prijken er in statige
rij met hun frisch en teeder groen, waartegen het donkere coniferen-
perk krachtig afsteekt. En möge ook in dit jaargetijde de kleurrijke
bloemenschat van den zomer er nog niet bloeijen, daar is bij
de vriendelijke huizinge en bij de stalling leven. Velzens burge-
meester, Jhr. Boreel van Hoogeianden, houdt blijkbaar de
hand zorgvuldig aan zijn bezitting, die zieh naar onzen smaak met
haar’ modernen aanleg vrij wat günstiger vertoont, dan in de
dagen, toen de burgemeester L u c a s T r i p er zijn stijve huizinge
en zijn grasparterre tusschen twee als muren geschoren hagen had
gekneld.
Heeft de landstreek veel van haar eigenaardigheid verloren
door de inpoldering van het Wijkermeer, zij heeft daarentegen
niet meer te vreezen, dat de opgezweepte golven zieh uitstorten
over plantsoenen en velden, over wegen en straten, gelijk ’t in
vroeger dagen zoo menigmaal geschiedde, gelijk ’t door den ge-
weldigen Eebruarij-storm van 1825 ook hier, als in zoo menig
ander gewest van ons vaderland, heeft plaats gehad op een wijze,
nog niet vergeten door de ouden van dagen, die dat noodlottig
jaar hebben beleefd. Bij Wa t e r l a n d was een groot gat in den
straatweg geslagen en meer dan een’ voet hoog stond het water
boven dien weg, de kustdammen der buitenplaatsen bezweken en
alles werd overstroomd, het gansche dorp liep onder. En al steeg
de nood er niet zoo hoog als elders, was er geen verlies van
menschenlevens te betreuren, was de schade aan verdronken vee
betrekkelijk gering, groot was toch het nadeel door deingezetenen
en de eigenaars der landgoederen geleden, de angst in die bange
dagen doorgestaan. Met zulke herinneringen zag de Velzenaar niet
ongaarne den altijd dreigenden vijand voor goed bedwongen, toen
’t kanaal door Holland op zijn smalst de droogmaking van het
meer in zijn gevolg met zieh bragt. Yan dat kanaal met zijn sterke
sluizen en stevige dijken had hij niets te vreezen, al opende ’t
voor de nog veel geduchter zee den toegang tot het hart des lands.
En het bragt er levendigheid en afwisseling door zijn schepen en
stoomers, zooals het voorgeslacht ze niet tusschen de duintoppen
en valleijen der Breesaap had gezien. Het kanaal in zijn onmid-
dellijke nabijheid, de Noordzee op körten afstand en gemakkelijk
te bereiken, dat geeft aan Velzens schoonen omtrek een eigen