DE W A ERE Li D. [N o v . 1769] 143
ners, toen wij naderden, af kwamen en ons in de
plaats nodigden; maar wij floegen zulks af, naardien
wij voorncemens waren eene veel aanmerk-
lijker fterkte van dezelfde foort te bezoeken , die
omtrent eene Engelfehe mijl van dit dorp af lag.
Wij gaven de vrouwen egter enige gefchenken en
ondertusfchen zagen wij de inwooneren van de'
ftad, die; wij meenden te gaan bezoeken, in eenen
hoop naar ons toe kdomen; mannen, vrouwen en
kinderen* omtrent honderd in getal: toen zij na*
bij genoeg kwamen om gehoord te kunnen wor-
den, Wenkten zij met de; handen en riepen.horo*
raai, • waarop zij onder de ftruiken aan het ftrand
gongen nederzitten; decze plegriglieden waren,
naar men ons i onderrigtede, zeekere tekenen van
hunne vriendlchaplijke néigingen. Wij naderden
de plaats daar zij zaten en, toen wij bij hen kwamen,
deed en wij hun enige weinige gefchenken
en .vroegen verlof om hunne Ileppah te zien; zij
bewilligden ?er in met blijdfchap op hun gelaat en
gongem ons aanrilonds vouriiir. Hun dorp heette
iVharretwwa en ligt op een hoog voorgebergte
of op eene punt, die in zee iiicfteekt, aan
de noord - zijde en omtrent den bodem van de
baai;; het wordt aan twee zijden door de zee be-
fpoeld en aan die zijden is het geheel ongenaakbaar;
de twee andere zijden zijn- aan hfet land vast;
langs eene dier zijden, die zeer Heil is-; loopt hef
pad op van? het ftrand; de' andere is* plat en open
naar