D E W A E R E L D. \Aüg. 1769] 49
ao'Z. en onze Lengte, volgens de log 147° 6' W.
en de afwijking van het kompas-» volgens het
azimuth, 70 9' O» Onder degeene die de co-
meet gewaar wierden was ook t u p i a , die ter-
dond uitriep dat, zoo dra zij door het volk van
Bolabola zoude gezien worden, het de inwoone-
ren van Ulietea zoude dooden, die met de groot-
de overhaasting naar het gebergte zouden vlieden.
Den eerden September * op de Zuider Breedte
van 40° 22' en op de Wester Lengte van 1470 29
zijnde, zonder enige tekenen van land te befpeu-
ren, met eene zwaare zee uit het Westen en derde
juk - winden * liet ik het wenden, en devende
terug Noordwaarts , naardien ik vreesde dat wij
aan zeilen en tuigagie zoo veel fehade zouden
krijgen, dat wij in het voortzetten van onze reis
zouden verhinderd worden.
Den volgenden dag, wanneer ’er nog derke
wind-buijen uit het Westen woeien, liet ik bijleggen
met den boeg om de Noord4 maar in den
morgen van den derden de wind niet zóó derk
zijnde, deeden wij de reef uit het groot zeil,
haalden de top-zeilen bij en devenden Westwaarts.
Wij vervolgden onze koers tot den negentienden,
wanneer wij op de Breedte van 290 en op
de Lengte van 1590 29' waren en de afwijking 8°
3270. bevonden te zijn. Den vier en twintig-
II. D eel . D den.