
 
		Heer  gore;  om  al  te  doen  wat  hij  konde,  dat  
 hem  zoo  verbitterde,  dat  hij  met  een’  fnaphaan,  
 met  een  kogel  gelaaden  op  den  bedrieger aanlag ,  
 terwijl  hij  het  doek  in  zijne'hand hield,  en  hem  
 clood  fchoot.  Het zou  gelukkig  geweest  zijn  als  
 men  bij  deeze  gelegenheid  eerst  eens  beproefd  
 hadd’  welke  uitwerking  een  fchoot  met  hagel  
 zoude  gehad  hebben,  die  bij  enige  andere  gelegenheden  
 zoo wel vóldaan  had. 
 Toen  de  Indiaan  viel,  ftaken  alle  de  kanoos  af  
 tot  op  enigen  afftand;  dan  naardien  zij  niet wegvoeren, 
   was men  bedugt  dat  zij nog eenen  aanval  
 Sn  den  zin  hadden.  Om  dan  voor  de  floep,  die  
 men  naar  den  wal  moest  zenden  ,  eenen  vrijen  
 doortocht te maaken,  fchoot  men  een1 kanon-kogel  
 over  hunne  hoofden,  hetgeen  volkoomen  aan  
 het  oogmerk  beündwoordde  en  hen  alle  op  de  
 -vlugt  dreef.  Toen  meif  het  gebeurde  aan  land  
 kwam  berichten, wierdenonze  Indiaanen  bevreesd,  
 voegden  zig  alle  bijeen  en  verwijderden  zig  te  zaa-  
 men.  Korten  tijd  daarna  kwamen  zij  egter  weder  
 en  hadden  nu  meer  omftandigheden  van  de  
 zaak gehoord,  en  zij  gaven  te  kennen  dat  zij  van  
 gedagten  waren  dat  de  man,  die  dood gefchoten  
 was,  zijn  lot verdiend had. 
 Kort voor  zonne- ondergang  gongen  de  Indiaa-  
 ïaen  henen  om  hun  avondmaal  te  houden  en  wij  
 verzelden  hen  om  *er  getuigen  van  te  zijn;  het  
 beftopd  uit  verfcheidenerleie  fporten  van  visefr, 
 WQM 
 waar  onder  kreeften  waren  ,  en  enig  gevogelte  
 van  eene  foort,  die mij  onbekend  was;  deeze waren  
 of gebraaden , of gebakken;  om  die  te  braaden  
 bonden  zij  dezelve  aan  een  ftokjen,  en  ftaken  het  
 fchuinsch  over het vuur  in  den  grond,  en  om  die  
 te  bakken,  legden  zij  die  in  een  gat  in  den  grond  
 met  gloeiende  fteenen  op  dezelfde  wijze  als  het  
 volk  op  Otahiti gewoon  is  te  doen. 
 Onder de  inboorlingen,  die  bij  deeze  gelegenheid  
 verzameld waren,  zagen  wij  ook  eene vrouw,  
 die,  op  hunne  wijze,  over  den  dood  van  eenen  
 van  haare  nabeftaanden  rouwde  :  zij  zat  op  den  
 grond  benevens  de  andere,  die,  flegts  eenen  uitgezonderd  
 ,  in  het  geheel  geen  acht  op  haar  
 fcheenen  te  ftaan  :  de  traanen  biggelden  onop-  
 houdlijk  langs  haare wangen  en  zij  herhaalde  , met  
 «ene  zagte  ,  maar  zeer  treurige  ftem,  woorden,  
 welke  zelfs  tu p ia  in  het  geheel  niet  verftond:  
 op  het  eind  van  elke  reden  fneed  zij  zig  de  armen  
 ,  het  aangezigt  of  de  borst  op  ,  met  eene  
 fchulp,  die  zij  in  de  hand  hield,  zoo  dat  zij  bijna  
 geheel  met  bloed  bedekt was,  en  zij  leverde  
 indedaad  een  van  de  aandoenlijkfte  toneelen  o p ,  
 die men  zig verbeelden  kan.  De  fneden,  die  zij  
 zig  gaf,  fcheenen  egter  zoo  diep  niet  als fomtijds  
 bij diergelijke gelegenheden gegeeven worden, naar  
 de  lidtekenen  te  oordeèlen,  die wij  op  de  armen ,  
 oijën,  borsten  en wangen  van  veele  haarer  zagen,  
 hetgeen,  haar  men  ons  berichtede,  de  overblijf-  
 1  S  ze