tig jaaren oud, die waarfchijnlijk haare min was.-,
Onze heeren traden naar haar toe; zoo dra zij
naderden , flrekte zij haare hand uit om de ko-
raaien, die zij haar aanbooden ,. te ontvangen en
geene Europifche prinfes kon het met meer bevalligheid
gedaan hebben.
Het volk was zoo bekoord over de gefchen»
ken, die deeze mei&jens ontvangen hadden, dat,
toen de Heeren banks en sol ander terug»
keerden, men op niets anders fcheen bedagt te
zijn dan hoe men hen believen zoude; in een der
huizen wierden zij, op hevel van den huisheer-,
vermaakt met eenen dans , die van alle de an-
•d«re verfchilde, welke zij tot nog toe gezien had»
-den. Dezelve wierd gedanst door eenen man alleen
, die een groot rond ftuk teen - of mande-
werk op zijn hoofd zettede, van omtrent vier voo-
ten lengte en agt duimen middellijns, op welk
van vooren vederen geflooken waren, die regt
op Honden met de punten voorwaarts gebogen
en aan den rand met haaien-tanden en met de
ftaert - vederen van keerkring ■» vogelen ornzec:
Toen hij dit hoofd-fieraad opgezet had, dat een
Whow genoemd wordt, begon hij te dansfen,
zig langzaam beweegende, en zijn hoofd dikwijls
omdraaiende, zoo dat de punt van zijne hooge
teene muts eenen cirkel befcbreef en hij die
fomtijds zoo digt langs de aangezigten der aan»
fchouweren heenep draaide, dat zij hunne hoof-
‘ -i- % ■ dei$
den terugtrokken; dit wierd onder hen voor een
zeer aardige grap gehouden en miste nooit een
gefchater van lagchen voorttebrengen, voornamelijk
als het tegens eenen der vreemdelingen wierd
re werk gefield.
Den derden gongen wij het flrand langs naar
het Noorden, dat in eene rigting was regt flrij-
dig met den weg, welken de Heeren ba nks
en s o l a n d e r daags te vooren genoomen hadden,
met oogmerk om voorraad te koopen, dien
wij altijd bevonden dat het volk gereeder en beter
koop afllond in hunne huizen dan op de markt.
Wij ontmoeteden op onze wandeling een gezel-
fchap dansfers, die ons twee uuren ophielden en
ons geduurende dien tijd groot vermaak verfchaf-
ten. Het gezelfchap beflond uit twee dansferes-
fen en zes mannen met drie trommels; tu-
p ia zeide ons dat zij van de aanzienlijklfe van
het eiland waren en dat zij , fchoon geduurig
van plaats tot plaats trekkende, egter geene be-
loomng van de toekijkers aannamen, gelijk de
kleine zwervende troepen op Otahiti. De vrouwen
hadden eene aanmerklijke hoeveelheid Tamou
of gevlogten hair op haare hoofden, dat verfchéi-
den reizen om haar hoofd liep en hier en daar
met de bloemen van de Kaapfche jasiamijn ver-
fierd was, die ’er met veel fmaak ingeftooketi
waren en wezenlijk een fierlijk hoofd- fierzel maakten.
Haare halzen, fchouders en armen waren
* B 5 naakt;