
 
		wantrouwen*  Zij  booden  elk’  van  hun  visch  aan  
 en brandhout^  om  die  klaar  te maaken,  en  drongen  
 veelmaalen  bij  hen  aan  om  tot  des  morgens  
 te  blijven^  dat  zij  zeekerlijk  gedaan  zouden hebben  
 ,  indien  zij met-verwagt  hadden  dat  het  fchip  
 onder  zeil  zoude  gaan *  terwijl  het  hun  grootlijks  
 fpeet  dat  zij  niet  eerder met  hun  bekend  geraakt  
 waren  ,  naardien  zij  niet  twijfelden  of  daar  zou  
 meer kennis  van  de  zeden  en  neigingen  van  de  in*  
 wooneren  van  dit  land  van hun  in  eenen  enkelen  
 dag  hebben  kunnen verkregen  worden  dan  zij nog  
 hadden  kunnen bekoomen,  geduurehde  den  gant-  
 fchen  tijd  van  ons verblijf aan  deeze  kusten. 
 Den zesden,  omtrent  ten  zes uuren  in den mor*  
 genftond,  kwam  ’er  een  ligt  koeltjen  op  uit  het  
 Noorden  en  wij  gongen  wederom  onder-zeil)  
 doch de  wind veranderlijk wordende,  kwamen wij  
 niet verder dan  even buiten  Motuara ,r  in  den  ag-  
 termiddag egter bragt  ons  eene Heviger  koelte  uit  
 het N.  ten W.  het  kanaal  geheel uit,  dat  ik nu  zal  
 gaan  befchrijven* 
 De  ingang van  Koningin Charlotte Kanaal ligt  
 op  410  Zuider  Breedte  en  op  184°  45'  Wester  
 Lengte  en  omtrent  het midden  van  de  zuid-west*  
 Zijde  van  de  ftraat,  in  welke  het ligt.  Het  land  
 van de zuid-oostlijke  punt  van  hetkartaal,  bij  de  
 inboorlingen  Koamaroo  genaamd  ,  over  welke  
 twee  kleine  eilandjens  en  enige  klippen  liggen ,  
 maakt  het  fmalst  gedeelte  van  de  flraat  uit.  Van 
 de 
 de noord-westlijke punt  loopt  een  rif klippen  uit  
 omtrent  twee  Engelfche  mijlen,  in  de  ftrekking  
 van N. O.  ten N.,  van  welke  een gedeelte  boven«  
 en  een  gedeelte  onder water  is.  Door  dit naricht  
 van  de  twee  punten  zal  het  kanaal  genoegzaam  
 herkend worden:  het  is  aan  den  ingang  drie  mijlen  
 breed  en  loopt  Z. W.  ten Z.  Z.  W*  en  W.  Z.  
 W.  ten minften  tien  mijien  en  is  eene verzameling  
 van enige van de  fchoonste  havenen  in de waereld,  
 gelijk  uit  de  kaart  blijken  zal,  die  met  alle  de  
 naauwkeurigheid, welke  tijd en  omftandigheid wilden  
 toelaaten,  gemaakt  is.  Het land, dat de haven  
 o f den inham  vormt,  waarin wij  lagen,  wordt  bij  
 de  inboorlingen  Totarranue  genaamd;  de  haven  
 zelve,  die  ik  Schips  Inham  genoemd  heb,  behoeft  
 niet  te wijken  voor  enige  andere  in  het  kanaal, 
   hetzij  in gemak o f in veiligheid:  zij  ligt aan  
 de west-zijde  van  het  kanaal  en  is  de  zuidlijkste  
 van drie  inhammen,  die  binnen  het  eiland Motua-  
 ra  gelegen  zijn,  dat  ten  oosten  van  dezelve  ligt*  
 Men kan  den  Schips  Inham  inzeilen,  of  tusfchen  
 Motuara  en  een  lang  eiland,  bij  de  inboorlingen  
 Hamote  genaamd,  o f  tusfchen  Motuara  en  de  
 westlijke  kust.-  In  het  laatstgenoemde  van  deeze  
 kanaalen  zijn  twee  reijen  rotfen,  drie vademen  onder  
 water,  die  ligt  te  onderkennen  zijn  door  het  
 zee-wier,  dat  ’er  op  groeit.  Als men  het kanaal  
 met weinig wind  in-  of  uit-zeilt,  moet men  acht  
 flaan op  dé  getijen,  die  bij  nieuwe  en volle  maan 
 om