
 
		t t y i  [N ov.  1769]  RE1ZE  RONDOM 
 men ,  waagden  zij  herin het (chip  te klimmen  en  
 twee  hunner  Hapten  over,  de  andere  verkogten  
 eerlijk  dat  zij  hadden-;  daar  kwam  ook  eene  
 kltjine  kano  van  de  andere  zijde van  de baai ;  het  
 volk  vêrkogt  ons enige  zeer  groote visfchenterwijl  
 zij  ons  te  vcrflaan gaven  dat  zij  die; reeds gisteren  
 zonden  gebragt hebben,  toen.  zij  die gevangen  
 hadden,  maar  dat  het zoo  gewaaid had- dat zij  
 niet  in  zee  hadden  durven  ileeken. 
 1.  Na  het on tb ij t voer  ik , -van  de Heercn  B a n k s  
 en  s0;U a NDer.  verzeld,  met de  pinas  en  de  jol  
 over naar de noord-zijde van  de  baai  om  het land  
 te  bezien  en  twee  verfterkte  dorpen,  die wij  van  
 verre  befpeurd  hadden,  opténeemen. •  Wij  landden  
 digt  bij  het  kleinile,  welks  ligging  zoo  fraai  
 en  fchilderachtig was  als men  zig verbeelden  kan ;  
 het was op eene  kleine rots  gebouwd,  van  de  kust  
 ■ afgezonderd  en  bij  hoog  water  door  de  zee  omringd. 
   De  geheele  klomp  van  deeze  rots  was  
 doorboord  met  een  gat  of  eeh  boog,  die  verre  
 het  grootfle  gedeelte  van  dezelve  uitmaakte  ;  
 het  bovenffe  van  het  gewelf  was  meer  dan  
 zestig  voeten  loódregt  boven  de  zee,  die  bij  
 hoog  water  door  den  boog  vloeide;  de  geheele  
 kruin van  de  rots boven den boog was  omtuind  op  
 hunne, wijze,  maar  de  binnen-ruimte  was  niet  
 groot genoeg  om  meer  dan  vijf  of zes huizen  te  
 bevatten;  zij was ilegts  toeganglijk  langs  een  en*  
 jkel zeer final ens Heil pad,  langs  welk  de  inwoo-  
 , ti-y,::  ners,