
 
		ren  te  Tierawitte gekregen  hadden; want  wij hadden  
 geene  reden  om  te  denken  dat de  bewooners  
 van  enig gedeelte van  deeze  kust  de  minfte  kennis  
 van yzer  of deszelfs gebruik hadden  voor wij  onder  
 hen  kwamen,  voornamelijk  omdat  zij  het,  toen  
 hét  hun  eerst  wierd  aangeboden,  als  van  geene  
 waarde  fcheenen  te  verachten.  Het  kwam  ons  
 waarfchijnlijk  voor  dat  wij  nu  weder  op  het  
 grondgebied van  t e r a t u   waren;  maar  toen wij  
 ’er  deeze  menfchen  naar  vroegen,  zeiden  zij.dat  
 hij hun  koning  niet was.  Kort  daarna  gongen  zij  
 heen,  zeer  in  hunnen  fchik  met  de  gefchenken,  
 die wij  hun  gedaan hadden,  en wij  vervolgden  onze  
 koers  langs  de" kust  naar  het  N.  O.  tot  den  volgenden  
 morgen  ten  elf  uuren.  Omtrent  deezen  
 tijd klaarde het weder  op  en wij  zagen Kaap Keer-  
 weêr  liggende  N.  ten O.  \  O.  omtrent zeven  mijlen  
 van  ons  af:  toen  riep  ik  de  officieren  op  het  
 dek  en  vroeg  hen  of  zij  nu  niet  overtuigd  waren  
 dat Eaheinomauwe  een  eiland was ?  zij  beantwoordden  
 dit  gereedlijk  met ja  en,  alle  twijfelingen  
 nu  op geheven  zijnde  ,  loefden  wij  oostwaarts. 
 *   *   *   
 *   ♦ 
 ♦ 
 A G T r 
 A G T S T E   HOOFDSTUK. 
 Koers  van  Kaap  Keerweêr  zuidwaarts  langs  
 de  oost-kust  van  Poenammoo,  om  Zuid-  
 Kaap  en  terug  tot  den westlijken mond  van  
 Cooks - Straat.  Befchrijving van de kust  en  
 van  de  Admiraliteit - Baai.  Vertrek  van  
 Nieuw  -  Zeeland,  Verfchillende  bijzonderheden. 
 .  f.  ■f  n 
 O p   Vrijdag  den negenden  February,  des agter-  
 middags  ten  vier  uuren wendden  wij  en Huurden  
 zuid - westwaarts;  wij  bleeven  zuidwaarts  aan  Havenen. 
   tot  zonne  ondergang  op  den  elfden,  wanneer  
 een  fris Noord -ooster  koeltjen  ons  tot Kaap  
 Pallifer  had  teruggevoerd  ,  dat  wi j ,  al zoo  het  
 weder  helder  was,  goed  in  het  gezigt  hadden.  
 Tusfchen  den  voet  van  het  hoog  land  en  de  zee  
 is  een  lange  platte  zoom,  over  welke enige  klippen  
 zijn,  die  boven  water  uitHeeken.  Tusfchen  
 deeze Kaap  en Kaap Keerweêr  is  het  land  aan  het  
 Itrand,  op  verfcheiden  plaatfen,  laag  en  plat  en  
 heeft  een  groen  aangenaam  voorkoomen;  maar  
 verder  van  zee  rijst  het  tot  heuvelen.  Het  land  
 tusfchen  Kaap  Pallifer  en  Kaap  Tierawitte  is  
 hoog  en  loopt  in  platte  punten  uit;  het  fcheen  
 PUS ook  toe  twee baaien  te vormen,  maar  wij  wa-  
 Q  5  ren