
Omtrent ten twee uuren in den agtermiddag
voeren wij voorbij een klein, maar hoog. wit eiland,
digt aan het land liggende, waarop wij
veele huizen, booten en volk zagen. Het volk
beflooten wij dat uit visfchers beftond , vermits
het eiland gantsch dor was; wij zagen ook veel
volk aan den wal in eene kleine baai op het groot
land, binnen het eiland. Ten elf uuren lagen wij
bij tot het aanbreeken van den dag, en toen maakten
wij weder zeil Zuidwaarts langs de kust. Omtrent
ten zeven uuren ftevenden wij. voorbij eene
hooge land-punt, die twaalf uuren Z. Z. W. van
Kinder-Dieven-Kaap ligt; van deeze puntftrekt
het land.drie vierde van eene ftreek westlijker;
ten tien uuren zagen wij nog meer land in het Zuiden
en op den middag lag het zuidlijkst land, dat
in het gezigt was, Z. 39. W. op agtr of tien mijlen
afftands en een hooge ronde Kaap met geel-
achtige rotfen was omtrent twee Engelfehe mijlen
naar het Westen van ons; de diepte van het
water was van twee en dertig vademen.
In den agtermiddag hadden wij eene frisfe koelte
uit het Westen en geduurende den nagt veranderlijke
flappe koeken en. kilte; in den morgen
kwam ’er een zagt koeltjen op tusfchen het N.W,
en N. O. en tot nu toe Zuidwaarts gelievend hebbende,
zonder enigen fchijn te zien van eene haven
te zullen vinden en het land baarblijklijk al
flegter wordende, dagt ik dat verder in die ftreek
m
te zdlen geen voordeel zou aanbrengen , maar
dat ik integendeel daar mede eenen tijd zou ver-
fpillen, dien ik met een beter vooruitzigt zou
kunnen befteeden aan het onderzoeken van de kust
Noordwaarts; ik liet het dan omtrent een uur na
den middag wenden en ftevende Noordwaarts met
eene frisfe westlijkè koelte. De hooge ronde
Kaap met geelachtige rotfen, over welke wij ons
op den middag bevonden, noemde ik Cape Turn-
again, of Kaap Keerweér, omdat wij hier terug
keerden. Zij ligt op de Zuider Breedte van 40?
34' en op de Wester lengte van ï 829 55', agttien
mijlen Z. Z. W. en Z. Z. W. - W. van Kinder-
Dieven-Kaap. Het land tusfchen deeze twee
kaapen is 'keer ongelijk van hoogte; op fommi-
ge plaatfen is het hoog langs de Zee met witte rot-
fen, op andere laag met zandige ftranden: het
land is niet zoo wel met hout-gewas bedekt als
omtrent Hawkes - Baai , maar ziet ’er meer uit
als onze hooge duinen in Engeland: het is egter,
naar allen fchijn, wel bewoond, want, terwijl
wij,langs de kust ftevenden, zagen wij verfchei-
den dorpen, niet alleen in de valeien, maar zelfs
op de kruinen en het hangen der bergen en op
veele andere plaatfen rook. De keten bergen,
van welke ik reeds gewag gemaakt heb, ftrekt
Zuidwaarts verder dan ons gezigt bereiken kon en
was toen overal met vakken fnenuw gefchakeerd.
in den avond zagen wij twee vuuren binnen in het
F 5 land,