
 
		water  gehaald  worden.  Deeze  kogten  wij  ook  
 overal naar  het noorden  in  groote hoeveelheid van  
 de  inboorlingen,  die  dezelve  vangen  door  bij  het  
 jftrand  te  duiken,  en  met  hunne  voeten  uittevin-  
 <3en  waar  zij  liggen.  Wij  hadden  ook  eenen  
 visch,  welken frez ier  in  zijne  reis naar Spaansch  
 Amerika  béfchreven  heeft  onder  den  naam  van  
 lllefant,  Pejegallo  of  Haan-visch,  dien  wij,  
 fchoon  hij  flegt  is,  zeer hartlijk aten.  Daar worden  
 hier  ook  verfcheiden  foorten  van  roggen  of  
 ftekel - roggen  gevonden,  die  nog flegter  zijn  dan  
 de  elefant;  maar  tot vergoeding hadden wij  onder  
 veele  foorten van  haaien  eene,  die wit  gefpikkeld  
 was  en  in  fmaak  naar  onze beste  roggen geleek,,  
 ■ maar  veel  lekkerer  was.  Wij  hadden  ook  plat-  
 visfchen naar  tongen  en  naar  both  gelijkende,  be-  
 halven  paaling  en  konger-aaien  van  verfchillende  
 foorten  en verfcheiden  andere,  van welke de  gee*  
 ne,  die  na  ons  deeze  kust bezoeken  zullen,  ook  
 het  nut  zullen  vinden,  en  fchulp-visfchen  in  
 groote  verfcheidenheid,  bijzonderlijk klipklevers,  
 kok - haanen  en  oesters. 
 Onder  de  gewasfen  van  dit  land  bekleeden  de  
 boomen  eene  aanzienlijke  plaats;  want  hier zijn  
 zeer  uitgeftrekte  bosfchen,  vol  van  het  regtst,  
 het  zuiverst  eri  het  zwaarst  timmerhout  dat  
 Wij  immer  gezien, hadden  ; ! de  grootte  ,  de  nerf  
 en  de  waarfchijnlijke  duurzaamheid  van  dat hout  
 inaaken  bét  bekwaam  voor allerhande gebouwen, 
 ja 
 ja voor alles,  uitgezonderd masten, voor welke het,  
 gelijk  ik reeds aan gemerkt heb, te hard en zwaar  is;  
 daar  is  in het bijzonder een boom,  die,  toen wij op  
 de  kust waren,  uitftak door eene fcharlaken bloem;  
 deeze  boom  fcheen  een  zaamenvoegzel  te zijn van  
 veele vezelen; hij is omtrent zoo groot als een eikenboom, 
   en het hout is  zeer hard en  zwaai; en uitnee-  
 mend vefchikt voormolen - O  maakers werk.  Daaris 
 een  andere,, die  in  de moerasfen  groeit,  zeer  lang  
 en  regt,  dik  genoeg voor masten  van  de  grootfte  
 fchepen,  en,  naar den  loop  van de nerf te  oordee-  
 len,  zeer  taai;  deeze,  welke,  gelijk  ik hier boven  
 reeds aangemerkt heb,  onze timmerman meende dat  
 naar den pik-pijnboom  geleek,  zou waarfchijnlijk  
 ligter kunnen gemaakt worden door aftapping en dan.  
 zou  hij  de  fraaifle masten  van de waereld  opleveren  
 ;  hij  heeft een  blad dat van  den Ipenboomniet  
 ongelijk  en  draagt  bezieën  aan  kleine  bosfen. 
 Een  groot  gedeelte  van  het  land is  met weelderig  
 groen  bedekt  en  onze  liefhebbers van natuurlijke  
 hiftorie  waren  zeer  voldaan  over  de nieuwe  
 planten,  die zijwonden,  en  derzelver verfcheidenheid. 
   Melk - distel,  tuin - nacht - fchade,  eene  of  
 twee  foorten  van'gras,  dezelfde  als  in  Engeland,  
 en  twee  of drie foorten  van  varens,  gelijk  die van  
 de  West  -  Indiën,  met  enige  weinige  van  die  
 planten,  die  in  meest  alle  de  deelen der waereld  
 gevonden  worden,  waren  de  enigfte  onder omtrent  
 vier honderd  foorten,  die  door de natuurkun- 
 T   4  di