terug; de visfchers' booden ons nog meer visch
aan, die, fchoon niet deugende, hun egter afge-
kogt wierd en de handel gong wederom zijnen
gang. Onder degeene, die buiten aan de zijde
van het fchip Honden om hetgeen wij kogten aan-
tereiken, was ook de kleine t a y e t o , de jongen
van t u p i a ; een der Indiaanen, zijne kans
waarneemende, greep hem eensklaps en trok hem
naar beneden in de kano; twee hunner hielden
hem vast in het voorde gedeelte van dezelve, terwijl
de andere met grooten haast wegroeiden en
de overige kanoos zoofpoedig zij konden volgden;
hierop wierd den foldaaten, die op het dek onder
de wapenen Honden,. geboden te vuuren. Men
mikte op dat gedeelte van de kano dat verst van
den jongen afwas, of liever verre van de kano, de
roeijers liever willende misfen dan hem kwetzen:
het geviel egter dat ’er een man nederzeeg, waaróp
de andere den jongen los lieten, die terHond
over boord fprong en naar het fchip zwom; de
groote kano draaide onmiddelijk om en volgde
hem, maar toen ’er enige musketten en een Huk
gefchut op haar gelost wierden, liet zij na hem te
vervolgen. Het fchip op den wind gehouden hebbende
, zettede men eene floep uit en de arme
jongen wierd onbefchadigd opgevischt, fchoon
zöo verfchrikt dat hij een tijd lang het gebruik
zijner zinnen fcheen verloren te- hebben. Enige
van onze héeren, die de kanoos, die naar het Hrand
voe*
voeren, met hunne verrekijkers nakeeken, zeiden
dat zij drie mannen het Hrand op zagen draagen,
die of dood, of door wonden geheel onbekwaam
fcheenen te wezen om zig op de been te houden.
De Kaap , bij welke dit ongelukkig voorval
gebeurde, noemde ik Kinder - Dieven - Kaap (Cape
Kidnappers'). Zij ligt op 390 43' Zuider
Breedte en op 182° 24' Wester Lengte, en is te
kennen aan twee witte rotfen als hooi - fcherven
en aan de hooge witte klippen ter wederzijde. Zij
ligt dertien mijlen- Z. W. ten W. van Portland-
Eiland, en tusfchen beiden is de baai, van welke
zij de Zuidlijke punt uitmaakt en welke ik, ter
eere van den Heer eduard hawk e , toen eer-
Hen Lord van de Admiraliteit, Hawke's Baai
noemde. Wij vonden in dezelve van vier en twintig
tot zeven vademen water en goede anker-plaat-
fen. Van Kinder-Dieven-Kaap loopt het land
Z. Z. W. en in deeze flrekking Hevenden wij langs
de kust, het op omtrent eene zee-mijl afflands
houdende, met eene flijve koelte en helder weder.
Zoo dra T a ye to van zijnen fchrik bekoo-
men was, bragt hij tup i a eenen visch en zeide
hem dat hij dien tot eene offerhande aan zijnen
Eatua of God beflemde, tot dankbaarheid voor
zijne redding. T upia prees zijne godvrugtig-
heid en beval hem den visch in zee te werpen,
hetgeen gefchiedde,
F 4 0 %